Onwaardig

Na alles wat Maria heeft gedaan en wat haar is overkomen voelt ze zich onwaardig. Wie is zij dat ze bij Jezus zou mogen horen? Wie is zij dat ze weer terug zou mogen komen?

Herken je dat? Dat er iets is gebeurd in je leven, of dat je een keuze hebt gemaakt waardoor je je ‘onwaardig’ voelt? Zou Jezus je nog wel (willen) zien? Zou je nog wel terug mogen komen? En wie geeft de garantie dat het niet nog een keer gebeurt?

Onwaardig.

Lees Johannes 1:12 nog eens. Als je in God gelooft, als je Hem hebt aangenomen, ben je een kind van God geworden. Hoe jij je ook voelt, dat blijft staan. Hoe jij ook de mist in bent gegaan, dat blijft staan. Wat er ook gebeurt, dat blijft staan. Je kunt iemand wel ‘ont-vrienden’, maar eenmaal ‘kind’ is altijd kind.

Realiseer je je dat dit vers ook betekent dat jij een kind bent van de Allerhoogste God? Dat De Schepper van alles en jij ‘dezelfde achternaam’ hebben? En als je je dat realiseert, wat doet dat dan met je? Laat het niet opnieuw iets zien van hoe groot God is voor ons? Hoe groot zijn liefde en genade zijn?

Er kunnen zomaar dingen zijn die tussen God en jou in komen te staan. Dat gebeurt ons allemaal.

Maar neem vandaag dit mee - dat verandert niet wie je bent. Dat geeft je geen andere ‘achternaam’. Jezus heeft met zijn leven betaald voor jou, jij hoort bij Hem.

En als er dan dingen gebeuren die tussen jou en Jezus in komen te staan? Lees dan 1 Johannes 1:9 nog eens. Belijden is eenvoudigweg naar Hem toegaan, Hem vertellen en eerlijk erkennen wat er mis is gegaan.

Jezus komt je altijd tegemoet. Met dit vers heb je de belofte dat Hij je altijd wil vergeven en weer wil reinigen. En dat is niet ‘goedkoop’, of ‘(te) makkelijk' als je jezelf realiseert waarmee het is dat Hij je, elke keer opnieuw, weer schoonmaakt….

Neem de volgende vragen eens mee om over na te denken:

• Voel jij je weleens onwaardig?
• Wat doe je dan?
• Welke plek heeft belijden van wat mis is gegaan in jouw leven?

Gebed: “Heer, U bent ongelofelijk groot. Dank U wel dat U Uw naam aan mij geeft. Dank U wel dat U op grond van geloof mij vrij zet. Dank U dat U mij door en door kent. Dank U dat er niets is dat ons kan scheiden - Uw liefde is groter. Help me Heer, steeds naar U toe te gaan als ik struikel of me onwaardig voel. Heer, was me schoon, laat me steeds zien hoe U me ziet. Amen.”