Chris van Zwol - Ruimte maken voor God door je hart op te ruimenVoorbeeld

Botsende begeerten

We beginnen met ons opruimwerk bij het begin. In de eerste twee verzen van Jakobus 4 hebben we meteen te maken met een enorme opruimklus. Gelovigen kunnen nog steeds een aardig robbertje vechten. We lezen in Jakobus 4:1-2 (HSV): ‘Vanwaar al die strijd en al die conflicten in uw midden? Vloeien ze hier niet uit voort: uit uw hartstochten, die in alle delen van uw lichaam strijd voeren? U verlangt naar iets en krijgt het niet. U benijdt anderen en beijvert u om dingen te bemachtigen en kunt ze niet krijgen.’

Verlangens vragen om vervulling en voorrang. Dat is het nare van onze begeerten. Ze zijn strijdbaar en onverzadigbaar. Als ik mij bijvoorbeeld ’s avonds opgebrand en moe voel, dan schreeuwt mijn buik om voer. Dan hoor ik een stemmetje die zegt dat in de onderste la van de keuken nog een zak chips ligt. En dan begint dat stemmetje te zeggen: ‘als je één bakje pakt, dan is het niet erg.’ Mijn geweten wordt dan gevleid met zalvende woorden: ‘Chris, je hebt hard gewerkt en nu is het even tijd voor jezelf’. Zo gezegd, zo gedaan. Het begint met een bak en het eindigt met een lege zak. Voelde ik mij vervolgens voldaan? Bepaald niet! Chips verlost mij niet van vermoeidheid en leegte!

Dit gebeurt alleen nog maar in mijzelf. Ik ben te zwak om mijn eigen begeerten te beteugelen. Maar we zijn ook te zwak om onze medemens te beschermen tegen onze begeerten. Onze verlangens zijn niet alleen strijdbaar, ze zijn ook afgunstig. ‘Geef mij wat de ander heeft’, schreeuwt onze ik. Begeerten botsen op elkaar tot de bom barst. Ruzies in onze relaties, gezinnen en de kerk gaan vaak over vechtende verlangens. Ruzies worden vaak omgeven met vrome en zalvende motieven, maar diep in ons hart brandt een ontembaar verlangen dat schreeuwt om vervulling: mijn wil, mijn zin, mijn gelijk.

Later in deze week zullen we ontdekken dat alleen God onze verlangens kan vervullen. Voor nu is het genoeg om bij jezelf te rade te gaan:

• Tegen welke verlangens kan jij geen nee zeggen?
• Kijk eens naar de laatste ruzie of woorden die je had. Welke verlangens werden niet vervuld?

Wees niet te vlug met het goedpraten van je verlangens. Ook verlangens die van zichzelf niet verkeerd zijn, kunnen een afgod worden die ons tot ruzieschoppers maakt.