Bijbelse ondernemersprincipesVoorbeeld

Op zijn reis ontmoet Paulus Lydia, de purperverkoopster. Lydia komt ook niet uit Filippi, zij komt uit de stad Thyatira, zo’n 600 km verderop in Azië. Op de sabbat neemt ze tijd voor ontmoeting en gebed. Paulus ontmoet haar als ze daar langs de rivier met andere vrouwen samengekomen is op de plek van het gebed. Gelijk al zo’n les voor ons als ondernemers: nemen we tijd voor gebed? En nemen we tijd voor ‘sabbat’, voor rust?

Los van dat wil ik even inzoomen op Lydia. Lydia heeft niet zomaar een handeltje. Ze handelt in purper. Purperen mantels waren in die tijd erg duur. Ze waren een sieraad voor vorsten en voor hoge officieren van het Romeinse leger, van wie er velen in Filippi woonden.

Lydia zal daarom een welgestelde zakenvrouw zijn geweest. Wat eraan meehielp dat zij Paulus en zijn reisgenoten gastvrij kon ontvangen.

In Spreuken 22 vers 29 lezen we dat iemand die vaardig is in zijn werk, ten dienste van koningen gesteld zal worden.

Voor mij liggen hier lessen in. Het doet er écht toe wat je als ondernemer komt brengen. Wil je van betekenis zijn en echt iets van waarde brengen voor anderen?

• Dat kan in handel zijn, je verkoopt een kwaliteitsproduct i.p.v. ‘goedkope’ spullen uit China.
• Dat kan in je dienstverlening zijn. Als je doet waar je echt goed in bent, dan kan je zoveel meer kwaliteit en waarde brengen. Het zal gezien worden en je zult daardoor zelfs aan koningen mogen leveren.

Waarom is het leveren van kwaliteit en waarde zo belangrijk? Jouw klanten ontvangen echt iets van je. Dit is voor henzelf enorm waardevol. Maar tegelijk kunnen ze jou nu ook een goede prijs betalen. Een prijs die deze waarde rechtvaardigt. Zo verdien jij, door kwaliteit te leveren, een goed inkomen.

Waarom is een goed inkomen belangrijk? Om mensen zoals Paulus te kunnen ontvangen, of juist op reis te kunnen sturen. Weinig ondernemers hebben tegelijkertijd de roeping voor evangelist. Jij mag vanuit je business het koninkrijk van God dienen. Dat doe je onder andere door kwaliteit te leveren, daar goed mee te verdienen én daar rijk van te delen. Zodat evangelisten (voorgangers, zendelingen etc.) tijdens hun bediening op geen enkel moment geldzorgen hoeven te hebben.