GebedsverhoringVoorbeeld

De komende dagen wil ik samen met jou focussen op Mattheüs 7 vers 7 t/m 12. Normaal gesproken zouden we bij vers 7 beginnen en de tekst vanaf het begin behandelen. Maar in dit leesplan wil ik het anders doen, omdat ik geloof dat vers 12 zo’n mooi perspectief geeft om dat wat ervoor geschreven is.

Daarom wil ik vandaag beginnen met vers 12 en vanaf morgen gaan we kijken wat er daarvoor staat. Jezus zegt in Mattheüs 7 vers 12 dat we anderen steeds moeten behandelen, zoals wij zouden willen dat anderen ons behandelen. Hij zegt dat dat het hart is van de Wet en de Profeten.

Wanneer Jezus zegt dat dat het hart is van de Wet en de Profeten geeft Hij ook direct aan hoe belangrijk die regel is. Deze regel gaat verder dan alleen kijken naar wat wij willen; het draait vooral om een dienend hart dat anderen wil zegenen.

Hoe bijzonder dat Jezus het stuk over gebedsverhoring eindigt met deze woorden. Zou het zomaar zo kunnen zijn dat Hij ons uitdaagt om op deze manier die gebedsverhoring voor anderen te zijn? Want wanneer we bidden en onze vragen aan God stellen, dan leggen we eigenlijk bloot wat wij zouden willen ontvangen en hoe wij behandeld willen worden. Hoe scherp is het dan van Jezus om te zeggen dat wij anderen juist op die manier moeten behandelen. Alsof Hij ons wil leren om anderen te zegenen met dat wat wij willen. Want wanneer wij dat doen, ontstaat er - geloof ik - ruimte voor God om te geven wat wij nodig hebben.