De aanbiddingsrichtlijn – gerechtigheid en barmhartigheid verbinden aan aanbidding

Onlangs moest de kerk zich een weg banen door de beperkingen veroorzaakt door een pandemie. Het betekende dat zingen niet was toegestaan in kerken, en juist samen aanbidden is onderdeel van wie we zijn als Gods volk.

Toen dat voorrecht ons werd ontnomen, gaf het ons de kans om breder na te denken over aanbidding in plaats van het alleen te zien als het zingen van liederen.

In Jesaja 58 leken Gods mensen 'erin' te zitten voor wat ze 'eruit' konden halen. Hun gebeden en vasten waren meer op zichzelf gericht dan op God en anderen. In feite buitten ze anderen uit, maar ze deden zich voor als 'godvruchtigen' en God had er genoeg van!

God zei tegen degenen die het zogenaamd goed deden: ‘Jullie hebben het helemaal verkeerd!’

Naar Jesaja 58:2: "Dag na dag zoeken jullie mij en jullie lijken mijn wegen te willen kennen". Maar ze zaten er mijlenver naast. Ze dachten dat ze reden tot klagen hadden omdat God hun vasten en aanbidding niet hoorde of er geen aandacht aan schonk. "Waarom vasten wij, als U het toch niet ziet, waarom kwellen wij onze ziel, als U het toch niet weet?'' (Jesaja 58:3, HSV)

Gods volk dacht dat ze het juiste deden en ze waren trots op hun religiositeit, maar in al hun tijden van vasten en gebed was er een gebrek aan gerechtigheid voor de onderdrukten en een gebrek aan mededogen voor de armen. Als gevolg daarvan luisterde God niet naar hun gebeden. Jesaja 58:4 (HSV) zegt: ''Vast niet zoals heden als u uw stem wilt laten horen in de hoogte.''

God was boos en sprak mensen aan op hun gedrag en gedachten. Hij zei dat als ze een doorbraak van zegen wilden, ze allereerst een integer volk moesten worden...

Hun daden kwamen niet overeen met hun woorden en hun gedrag weerspiegelde hun geloof niet. Ze zeiden het ene en deden het andere: ''Jullie trekken rouwgewaden aan, bedekken jezelf met as en verootmoedigen jezelf voor een dag, maar Ik wil een levensstijl van gerechtigheid en verootmoediging.'' (parafrase)

Daarnaast moeten ze een volk van actie te zijn.

Jesaja 58 Vers 6 en 7 (HSV) zeggen: ‘'Is dit niet het vasten dat Ik verkies: dat u de boeien van de goddeloosheid losmaakt, dat u de banden van het juk ontbindt, dat u de onderdrukten vrij laat heengaan en dat u elk juk breekt?. Is het niet dit, dat u uw brood deelt met wie hongerlijdt, en de ellendige ontheemden een thuis biedt, dat, als u een naakte ziet, u hem kleedt, en dat u zich voor eigen vlees en bloed niet verbergt?’'

Moeder Teresa zei: ‘Als je geen honderd mensen kunt voeden, geef er dan één te eten.’

Ware aanbidding richt zich op God terwijl we vol ontzag zijn voor zijn barmhartigheid jegens ons. Dit zorgt er op zijn beurt voor dat we ons lichaam en ons leven offeren als levende offers, heilig en God welgevallig - een geestelijke daad van aanbidding!

Bid

Vader God, moge onze toewijding aan u niet afgemeten worden aan hoeveel aanbiddingsliederen voor Jezus we in een uur kunnen zingen, maar aan onze daden om gerechtigheid, barmhartigheid en geloof naar anderen te brengen. God, wij bidden, geef brood aan de hongerigen en aan ons die brood hebben, de honger naar gerechtigheid. Amen!