‘Je bent wat ze zeggen?’

Ik ken iemand die altijd – wanneer ze over iemand praat – er óók bij zegt wat ze van die persoon vindt! Dan zegt ze bijvoorbeeld over haar collega: ‘Joke, die altijd zo zeurt’. Het nare is dat de kwalificatie die ze geeft, eigenlijk altijd negatief is. Als ze het om zou keren en het voortaan over ‘Joke, die altijd zo attent is’ zou hebben, wordt het een heel ander verhaal!

Want wat we over elkaar zeggen, heeft meer ‘scheppingskracht’ dan we denken! Zo spreken mijn broer en schoonzus hun dochter eigenlijk altijd aan met ‘kanjer!’ Ze heeft natuurlijk een andere naam, maar als mijn nichtje dit maar vaak genoeg hoort, gaat ze zich vanzelf een kanjer voelen!

(Dus als je aan dit plan bent begonnen en op zoek bent naar wie je bent en mag zijn, wil ik je alvast zeggen: kanjer!)

Andersom werkt het helaas ook. Ik ben bijvoorbeeld mijn hele schooltijd ‘lui’ genoemd. En, eerlijk is eerlijk, ik was ook geen hoogvlieger. Maar dat had meer te maken met het schoolsysteem waar ik niet naadloos in paste, dan met mijn werkhouding. Want inmiddels heb ik een paar fijne diploma’s en werk ik iedere dag hard. Maar toch… ergens in mijn hoofd zeurt dat stemmetje nog steeds: ‘Je bent lui. Werkte je maar net zo hard als…’. Tja, en als je dat maar vaak genoeg hoort…

Wat er aan de buitenkant aan en met je gebeurt of over je gezegd wordt, dat vormt je aan de binnenkant – gaat je identiteit bepalen – en komt naar buiten in bepaald gedrag. Dus als iedereen altijd van je roept dat je zo grappig bent, dan ga je je misschien wel op het vervelende af verplicht voelen om moppen te tappen. En welke gevolgen zou het hebben als iedereen je een viezerik vindt? Of een huilebalk?

Vandaag kijken we naar iemand waar iedereen ook van alles vindt; Zacheus de tollenaar. Hij wordt met de nek aangekeken en veroordeeld. Maar… dan komt Jezus! En Jezus zegt dingen tegen hem die álles veranderen! Jezus maakt hem van een verrader van zijn volk, tot een gastvrij mens voor iedereen – en dát maakt dat hij van binnen én van buiten verandert. Jezus wijst hem op zijn echte identiteit – en hij verandert: van binnen én buiten.

Vraag:

• Wat zou jij willen dat Jezus over jou zegt? En wat zou er dan veranderen?
• Wat zou er van binnen bij jou mogen veranderen?