De profeet ElisaVoorbeeld

God gebruikt onze kleine bijdrage

“Er kwam een man uit Baäl-Salisa; hij bracht de man Gods broden van de eerstelingen, twintig gerstebroden en vers graan in zijn tas. En die zei: Geef het aan de mensen om te eten” (2 Koningen 4:42, HSV).

We lezen hoe een man “broden van de eerstelingen” bracht. God had bepaald dat de Israëlieten Hem ieder jaar wat brood van hun eerste oogst moesten aanbieden. Dat was een manier om God te danken voor zijn zegen over de oogst — wat in dit geval buitengewoon veel betekenis had, omdat er juist een hongersnood geweest was! Deze man vervulde zijn plicht door het brood naar Gods profeet te brengen.

Elisa’s knecht was verbijsterd toen hij dit brood aan de leerling-profeten moest voorzetten. Dat waren er wel honderd! Maar Elisa zei hem in Gods naam dat deze twintig broden meer dan voldoende zouden zijn. En inderdaad, het verhaal sluit af met de opmerking: “...zij aten en hielden over, overeenkomstig het woord van de HEERE” (2 Koningen 4:44, HSV).

Jezus Christus deed iets vergelijkbaars op nog grotere schaal voor een hongerige groep mensen. Hij nam het kleine beetje voedsel dat er was (vijf broden en twee vissen) en deelde dat uit aan ongeveer vijfduizend mannen. Toen die allemaal voldoende gegeten hadden, waren er nog twaalf manden met restjes over.

God kan het kleine beetje dat wij kunnen bijdragen, veranderen in een overvloedige zegen.

Wat kun jij bijdragen om anderen te helpen — zelfs al is het maar een beetje?