Zing een lofliedVoorbeeld

Gods toorn is geweken

“Ik dank U, HEERE, dat U toornig op mij geweest bent, maar Uw toorn is afgekeerd en U troost mij” (Jesaja 12:1, HSV).

De profeet Jesaja had de moeilijke opdracht om zijn volk terecht te wijzen en hen te waarschuwen voor Gods oordeel. Dat zou zeker komen als de mensen bleven zondigen. Helaas schonken de Israëlieten geen aandacht aan Jesaja’s woorden en bekeerden ze zich niet. Daarom stuurde God hen in ballingschap. Maar Jesaja profeteerde ook over een tijd van herstel, waarin God het volk terug zou brengen naar hun eigen land. Op die dag, zegt Jesaja 12:1, zouden ze de Heere loven dat Hij niet langer woedend op hen was maar hen juist troostte.

De ervaring die in dit vers onder woorden wordt gebracht, is niet uniek voor het volk Israël. Alle mensen staan van nature bloot aan Gods toorn (Efeze 2:3). We hebben allemaal gezondigd, en daarom heeft God alle reden om boos op ons te zijn. Maar vanwege zijn grote liefde voor ons heeft Jezus deze toorn Zelf gedragen. Hij werd zonde voor ons, zodat wij gratis vergeving kunnen ontvangen. Onze relatie met God kan hersteld worden.

Heb jij Gods aanbod van vergeving en verzoening aangenomen? Dan mag je Jesaja 12:1 in je persoonlijke gebed naspreken: “Ik zal U loven, HEERE, want uw toorn is geweken”!