Niet alleenVoorbeeld

Een nederige houding

Lees: Filippenzen 2:1–11

SOAP: Filippenzen 2:3–5 (HSV)

"Doe niets uit eigenbelang of eigendunk, maar laat in nederigheid de een de ander voortreffelijker achten dan zichzelf. Laat eenieder niet alleen oog hebben voor wat van hemzelf is, maar laat eenieder ook oog hebben voor wat van anderen is. Laat daarom die gezindheid in u zijn die ook in Christus Jezus was."

Overdenking
Paulus heeft op zijn tweede zendingsreis in de stad Filippi een gemeente gesticht. Die gemeente omvatte mensen van verschillende rassen, culturen en sociale klassen. Met de brief die we vandaag lezen, wilde Paulus de gelovigen aanmoedigen om, wat er ook gebeurt, hun blijdschap, hun vervulling en hun vrede te zoeken in Christus en nergens anders. Het streven om zoals Christus te zijn, kan zelfs in de meest divers samengestelde gemeentes eenheid brengen.

Degenen die God liefhebben, worden geroepen om één te zijn van geest en denken, één in liefde en in streven. We moeten elkaar behandelen als zijnde belangrijker dan wijzelf, onze trots en ijdelheid opzij zetten, en een nederige houding en levenswijze aannemen. Door te streven om meer op Christus te lijken, kunnen we samen met gelijkgestemde gelovigen een gemeente vormen zoals in de Bijbel wordt bedoeld, waarbij wij aandacht hebben voor elkaars woorden, daden en bezigheden.

Jezus had alle rechten om Zichzelf op de voorgrond te plaatsen. Als Zoon van God had Hij alle gezag en macht om te doen wat Hij wilde zonder Zich om anderen te bekommeren. Maar Jezus deed niet wat men van de Messias verwachtte. Hij was vol liefde, Hij bood hulp en betrok anderen bij zijn bediening. Hij deelde zijn wijsheid zomaar met anderen en hielp anderen zonder ooit iets terug te vragen of te verwachten. Hij was ook niet bekrompen of zuinig in zijn bediening. Jezus wil dat zoveel mogelijk mensen Hem aannemen als Redder en Hij was bereid om de behoeften van anderen boven de zijne te stellen, om te laten zien dat Hij hen liefhad.

Net als Jezus, zouden ook wij ons niet alleen bezig moeten houden met onszelf en wat er in ons leven gebeurt, maar ook met wat anderen meemaken. Wij moeten ons gedragen zoals Jezus, die Zichzelf vernederde, mens werd, en stierf voor onze zonden. Hij eiste geen bijzondere voorrechten op, maar ging op gelijke voet om met zijn discipelen, Hij at met zondaars en had oog voor mensen voor wie niemand aandacht had. Ons welzijn, onze standpunten en onze trots mogen nooit belangrijker zijn dan de liefde en het respect voor mensen die God in ons leven plaatst.