De kroon

In het themabeeld van de Pinksterconferentie zie je een prachtig perspectief: dwars door de scherven van het leven mogen we onze ogen richten op Jezus. We zien het kruis, we zien nog gebrokenheid, we zien ziekte, zorgen en pijn, maar we zien ook al de glimpen van zijn eeuwige koningschap. Hij is met eer en met heerlijkheid gekroond.

Vandaag kijken we naar het eeuwige koningschap van Jezus. In het evangelie van Lucas lezen we het verhaal over Maria die wordt bezocht door de engel Gabriël. Ze zal moeder worden van een bijzonder jongetje. Ze zal Hem de naam Jezus geven. Hij zal groot zijn, Hij zal koning zijn tot in eeuwigheid en zijn koningschap zal geen einde hebben.

Een prachtige belofte, die niet alleen verschillende profetieën uit het Oude Testament vervulde, maar tegelijkertijd over de toekomst spreekt. Naar alle generaties die nog gaan komen, want Jezus zal altijd Koning zijn en Koning blijven. Ook over wie nu leeft en wie nog geboren moet worden.

Maar toch… hoewel deze Koning was gekomen, waren er heel veel mensen die Hem niet herkenden. Ook in de tijd van de Bijbel. Deze Koning gedroeg zich anders; Hij heerste niet, maar Hij diende. Hij had geen paleis of troon, maar liep rond op straat en bezocht allerlei mensen die aan de rand van de samenleving leefden. Deze Koning had oog voor wie minderwaardig en onzichtbaar was. De mensen zonder status, zondaars, daar ging Hij naartoe.

En ja, dat Hij de Koning was stond ook in drie talen boven zijn hoofd aan het kruis. Op een bordje had Pilatus in het Hebreeuws, Grieks en Latijn opgeschreven wie Jezus was: Koning van de Joden. En hoewel het spottend bedoeld was… was het tegelijkertijd zo ontzettend waar: Dit is de Koning.

Deze Koning gedroeg zich dus anders en had geen blinkende koningskroon op zijn hoofd. Maar deze Koning is, zo schrijft de schrijver van de brief aan Hebreeën: ‘met eer en met heerlijkheid gekroond’. In de woorden die hiervoor worden gebruikt, klinken glorie, glans en de heerlijkheid van God mee!

De schrijver zegt net daarvoor: Wij zien Jezus. Toch kan het heel lastig zijn om Hem te zien. Maar misschien mag je anders of beter kijken. Misschien nodigt Jezus je vandaag wel uit om niet met je natuurlijke ogen, maar met je geestelijke ogen te gaan kijken. Veel mensen in de tijd van Jezus keken met hun natuurlijke ogen naar Jezus, maar zagen geen Koning. Ze zagen geen troon, paleis, kroon, scepter of strijdwagens. Toch kwamen er steeds meer mensen tot geloof, mensen die gingen zien met hun geestelijke ogen. Iets wat de apostel Paulus ook schreef in zijn brief aan de Efeziërs: ‘dat de Heilige Geest je laat zien wie Jezus is’. Hij geeft je ‘verlichte ogen’.

Probeer vandaag eens bewust te kijken met je ‘geestelijke ogen’. Vraag of de Heilige Geest je wil laten zien hoe Jezus als Koning aanwezig is in je leven.

Luister het lied 832 uit Opwekking - Jezus Overwinnaar