De man aan het middelste kruis: een zevendaags leesplan voor PasenVoorbeeld

Goddelijk vandalisme

“Tegen de middag werd het in het hele land donker. Dat duurde tot een uur of drie. Het zonlicht was weg. Plotseling scheurde het zware gordijn in de tempel doormidden. (Lucas 23:44-45, HTB)

Naarmate Jezus’ bediening vorderde, was een van de grootste zorgen van de Joodse religieuze leiders dat Hij, zo leek het, had beweerd dat Hij de tempel zou vernietigen en binnen drie dagen weer zou opbouwen (Johannes 2:19). Dit was inderdaad een van de voornaamste aanklachten die tegen Hem werden ingebracht (Marcus 14:58). Toen Jezus aan het kruis hing, bespotten voorbijgangers Hem en maakten Hem belachelijk terwijl ze riepen: ”U zou toch de tempel afbreken en in drie dagen weer opbouwen?’ hoonden ze. ‘Als U de Zoon van God bent, red Uzelf dan! Kom van dat kruis af!” (Mattheus 27:40, HTB). Maar daar bleef Hij, hangend aan het kruis, in de duisternis.

En toen, te midden van de duisternis en de onrust van de kruisiging, gebeurde er plotseling iets mysterieus en volkomen onverwachts: God Zelf ontheiligde de tempel.

“Plotseling scheurde het zware gordijn in de tempel doormidden”, vertelt Lucas. Dit was juist het gordijn dat in de tempel hing om symbolisch de weg naar Gods aanwezigheid te versperren. Het was het duidelijke teken dat onvolmaakte mensen niet in dezelfde ruimte konden zijn als de heilige God. Door het hele Oude Testament heen was iedereen gestorven die dacht in Gods aanwezigheid te kunnen komen zonder de ceremoniële reinigingsrituelen in acht te nemen en de noodzakelijke offers te brengen (bijvoorbeeld in Numeri 3:2-4). Maar nu, plotseling, toen Jezus op de rand van de dood stond, werd dit symbool van beperkende exclusiviteit vernietigd. Door het te vernietigen, verklaarde God dat het oude priesterlijke ritueel om in zijn tegenwoordigheid te komen, was afgeschaft en dat de barrière van de zonde die de mensheid van hun Maker scheidde, was weggevaagd. Het is niet langer nodig om afstand van God te houden. In plaats daarvan: “Omdat Jezus zijn leven en zijn bloed voor ons heeft gegeven, broeders en zusters, mogen wij bij God komen. Omdat Hij Zich voor ons heeft opgeofferd, is er voor ons een nieuwe weg naar het leven gekomen, dwars door het gordijn heen dat het Allerheiligste van het Heilige scheidde, en dat gordijn is zijn lichaam.” (Hebreeën 10:19-20, HTB)

Onze toegang tot God is niet beperkt tot een tempel of kerk of welk ander gebouw dan ook, en het hoeft ook niet alleen maar via een menselijke priester of goeroe te gebeuren. Nee, 2000 jaar geleden brak God in de geschiedenis in om via Jezus directe toegang tot Zichzelf te bewerkstelligen. Nu is er “…maar één bemiddelaar tussen God en de mensen, de mens Jezus Christus, die voor die bemiddeling zijn leven gegeven heeft.” (1 Timotheüs 2:5-6, HTB). Het in tweeën scheuren van het tempelgordijn was goddelijk vandalisme voor jou! Je hoeft je niet meer op een zijspoor te laten brengen door priesters en rituelen. Die kunnen alleen maar zinloos zijn. In plaats daarvan kun je tot God komen zoals je bent, vertrouwend op zijn verwelkoming, barmhartigheid en hulp, en dat allemaal dankzij Jezus.

• Op welke manier roept God mij op om anders te denken?
• Hoe wil God de verlangens van mijn hart – datgene waarvan ik houd – herschikken?
• Waartoe roept God mij op als ik vandaag mijn dag doorbreng?