Hij ziet, Hij weet, Hij zorgtVoorbeeld

Lees: Lukas 9:51—10:24
SOAP: Lukas 10:23–24 (HSV)

En Hij keerde Zich naar de discipelen en zei tegen hen alleen: Zalig zijn de ogen die zien wat u ziet. Want ik zeg u dat veel profeten en koningen de dingen hebben willen zien die u ziet, en zij hebben ze niet gezien; en te horen de dingen die U hoort, en zij hebben ze niet gehoord.

Overdenking

In hoofdstuk 9 van het Lukasevangelie wordt de focus verlegd van de macht van Jezus naar het conflict tussen Hem en de godsdienstige autoriteiten. Terwijl dat conflict zich ontwikkelt, laat Lukas ook zien aan Theophilus (en zijn latere lezers) wat de prijs is van discipelschap. In Handelingen, het tweede boek van Lukas dat in de Bijbel is opgenomen, toont hij opnieuw uitgebreid hoe echt discipelschap eruit ziet en hoe de zendingsopdracht van de vroege kerk gestalte krijgt. In het gedeelte dat we vandaag bestuderen, verklaart Jezus wat de prijs is voor discipelschap maar ook hoe het beloond wordt.

Als Jezus Zich gereed maakt om naar Jeruzalem te gaan, blijkt Hij niet welkom te zijn in een dorp van de Samaritanen. Daarna komen er twee mensen naar Hem toe die zeggen dat zij Hem willen volgen. Uit het antwoord van Jezus blijkt dat echt discipelschap een hoge prijs heeft. Jezus Zelf is in dat dorp niet welkom, en het zal heel vaak gebeuren dat zijn discipelen op allerlei plaatsen afgewezen en uitgestoten worden vanwege hun verbondenheid met Hem. Het volgen van Jezus heeft zijn prijs; echte discipelen van Hem moeten offers brengen als zij Hem willen volgen.

Voordat Hij zijn reis naar Jeruzalem voortzet, stuurt Jezus tweeënzeventig volgelingen op weg om in de steden en dorpen het koninkrijk van God te verkondigen. Net als aan de twaalf die Hij eerder heeft uitgezonden, geeft Hij ook hun de opdracht om niets met zich mee te nemen. Ze moeten op Hem vertrouwen voor wat ze nodig hebben. Terwijl zij hun opdracht uitvoeren, groeit het geloof van de discipelen. Nadat zij voorheen niet in staat waren om demonen uit te drijven, (Lukas 9:40) vertrouwen ze nu volledig op de naam van Jezus en zijn ze wel in staat om zulke wonderen te verrichten.

De discipelen zien wat het kost om Jezus te volgen. Ze krijgen te maken met afwijzing, vervolging en tegenstand. Maar ze zien ook hoe groot de beloning is. Zij ervaren hoe de macht en de autoriteit van Jezus door hen heen werkt. De discipelen beleven wonderen die heel wat machthebbers zouden hebben willen zien, maar die God alleen wil openbaren aan zijn volgelingen.

Dit tekstgedeelte werd later een bemoediging voor de vroege kerk, toen die te maken kreeg met afwijzing, vervolging en tegenstand. Het volgen van Jezus had een hoge prijs, maar ook een hoge beloning. Dat is nog steeds zo. Echt discipelschap kan betekenen dat we onze comfort, onze veiligheid of relaties moeten opgeven, maar niets daarvan kan opwegen tegen de zegen die we ontvangen doordat we Jezus kennen en in Hem geloven.