God maakt zichzelf bekend - Exodus

Schoon (S3-E5)

Ik geloof niet in God, want... christenen zijn geen haar beter

Week van Gebed voor de mensen die Jezus nog niet kennen

Brood en wijn - Leesplan rond het avondmaal

Ik geloof niet in God, want... dan moet je zoveel en mag je zo weinig

Ik geloof niet in God, want... nu weten we toch wel beter?

De gelijkenis van de liefdevolle vader

Is geesten oproepen goed?

Advent: Jezus, vervulling van Gods plan

Het Boek

<div class="version vid75 iso6393nld" data-vid="75" data-iso6393="nld">
 <div class="book bkJER">
 <div class="chapter ch31" data-usfm="JER.31">
 <div class="label">31</div><div class="s1">De hoopvolle toekomst van Isra&#235;l</div><div class="p"> 1&#8216;In die tijd,&#8217; zegt de Here, &#8216;zullen alle stammen van Isra&#235;l Mij erkennen als de Here, zij zullen zich als mijn volk gedragen. 2Ik zal voor hen zorgen, zoals Ik zorgde voor de Isra&#235;lieten die uit Egypte kwamen en aan wie Ik mijn genade toonde in de woestijn. Ik leidde hen en gaf hun rust. 3Want lang voor die tijd heeft de Here tegen Isra&#235;l gezegd: mijn volk, Ik heb van u gehouden met een eeuwigdurende liefde, liefdevol heb Ik u naar Mij toegetrokken. 4Ik zal uw volk herstellen, maagd van Isra&#235;l. U zult opnieuw gelukkig zijn en weer dansen op het ritme van de tamboerijnen.</div><div class="p"> 5U zult weer wijngaarden planten op de berghellingen van Samaria en met voldoening de opbrengst van uw eigen tuinen eten. 6Er zal een dag komen dat de wachters op de heuvels van Isra&#235;l zullen roepen: &#8220;Sta op, laten we naar Sion gaan, naar de Here, onze God.&#8221; 7Want de Here zegt: &#8220;Zing blij over Isra&#235;l, zing een jubelzang over het grootste van alle volken! De Here heeft zijn volk en de restanten van Isra&#235;l gered.&#8221; 8Want Ik zal hen terugbrengen vanuit het noorden en uit de verste hoeken van de aarde, zonder iemand te vergeten. Lammen en blinden zullen terugkomen, jonge moeders met hun kleine kinderen, vrouwen die op het punt staan te bevallen. Het zal een grote menigte zijn die terugkeert. 9Vreugdetranen zullen hen langs de wangen lopen en zij zullen tot Mij bidden wanneer Ik hen naar huis leid. Zij zullen langs stromende beken trekken, zonder te struikelen. Want Ik ben een vader voor Isra&#235;l en Efra&#239;m is mijn oudste zoon.&#8217; 10Luister naar deze boodschap van de Here, volken van de wereld, en laat iedereen in verre landen het horen: de Here, die zijn volk uiteen heeft gejaagd, haalt het weer bij elkaar en zal hen bewaken zoals een herder zijn kudde. 11Hij zal de Isra&#235;lieten weer bevrijden en verlossen uit de macht van hun overheersers! 12Zij zullen thuiskomen en vrolijke liederen zingen op de heuvels van Sion, verheugd over de goedheid van de Here, de goede oogsten, de tarwe, de wijn en de olie, en over de pasgeboren kalveren en lammetjes. Hun leven zal zijn als een tuin met genoeg water en al hun problemen zullen voorbij zijn. 13De jonge meisjes zullen dansen van blijdschap en ook de mannen, jong en oud, zullen delen in de feestvreugde. &#8216;Want Ik zal hun rouw veranderen in vreugde, Ik zal hen troosten en blij maken, want de gevangenschap met al zijn ellende zal achter de rug zijn. 14Ik zal de priesters een overvloed aan offervlees schenken dat in de tempel bij hen wordt gebracht, Ik zal mijn volk verzadigen met mijn overvloed,&#8217; zegt de Here.</div><div class="p"> 15De Here sprak opnieuw tegen mij en zei: &#8216;In Rama wordt luid gehuild en gejammerd, Rachel huilt om haar kinderen en wil zich niet laten troosten, omdat haar kinderen er niet meer zijn.&#8217; 16Maar de Here zegt: &#8216;Huil niet langer, Ik heb uw gebeden gehoord en u zult ze terugzien, zij zullen bij u terugkomen uit het verre land van de vijand. 17Uw toekomst ziet er hoopvol uit,&#8217; zegt de Here, &#8216;want uw kinderen zullen terugkeren naar hun eigen land.</div><div class="p"> 18Ik heb Isra&#235;ls klachten gehoord: &#8220;U hebt mij hard gestraft, maar dat was nodig. Want ik was een koppig kalf dat moest wennen aan het juk. Keer mijn hart naar U toe, opdat ik weer tot U zal terugkeren, want U alleen bent de Here, mijn God. 19Ik ben van U afgedwaald, maar ik heb berouw, ik heb mijn fouten erkend. Ik schaam mij diep voor wat ik in mijn jeugd heb misdaan.&#8221;&#8198;&#8217; 20De Here antwoordt: &#8216;Isra&#235;l is nog steeds mijn zoon, mijn liefste kind. Ik moest hem vaak straffen, maar Ik houd nog steeds van hem. Ik verlang naar hem en zal hem zeker helpen.&#8217;</div><div class="p"> 21Als u in ballingschap wordt weggevoerd, zet dan tekens langs de weg die in de richting van Isra&#235;l wijzen. Markeer uw weg goed. Want u zult weer terugkeren naar uw steden, Isra&#235;l. 22Hoe lang zult u nog aarzelen, afvallige dochter? Want de Here zal iets nieuws en onbekends laten gebeuren, Isra&#235;l zal uit zichzelf de Here zoeken!</div><div class="p"> 23De Here van de hemelse legers, de God van Isra&#235;l, zegt: &#8216;Als Ik hen weer terugbreng, zal men in Juda en haar steden zeggen: &#8220;De Here zegene u, centrum van rechtvaardigheid, heilige heuvel!&#8221; 24Stedelingen, boeren en herders zullen voor altijd in vrede en blijdschap samenleven. 25Ik zal de vermoeiden rust en de bedroefden blijdschap geven.&#8217;</div><div class="p"> 26Toen werd ik, Jeremia, wakker. Wat genoot ik van zo&#700;n slaap!</div><div class="p"> 27De Here zegt: &#8216;Er komt een tijd dat Ik het aantal inwoners en de veestapel hier in Isra&#235;l enorm zal laten groeien. 28In het verleden heb Ik mijn best gedaan dit volk te verwoesten en uit te roeien, maar nu zal Ik het weer zorgvuldig opbouwen. 29De mensen zullen niet langer het gezegde &#8220;kinderen boeten voor de zonden van hun ouders&#8221; gebruiken, 30want iedereen zal voor zijn eigen zonden sterven, ieder moet voor zijn eigen zonden boeten.</div><div class="p"> 31Er komt een dag,&#8217; zegt de Here, &#8216;dat Ik een nieuw verbond met de mensen van Juda en Isra&#235;l zal sluiten. 32Het zal niet hetzelfde verbond zijn dat Ik met hun voorouders sloot toen Ik die uit Egypte leidde. Dat verbond hebben zij toen verbroken, hoewel Ik voor hen zorgde als een man voor zijn vrouw. 33Maar dit is het nieuwe verbond dat Ik dan met hen zal sluiten: Ik zal mijn wetten in hun harten graveren, zodat zij Mij willen eren, dan zal Ik werkelijk hun God zijn en zij zullen mijn volk zijn. 34Dan hoeven zij elkaar niet meer te vertellen dat het goed is de Here te kennen,&#8217; want iedereen, klein en groot, zal Mij dan werkelijk kennen, zegt de Here, &#8216;Ik zal hun zonden vergeven en voor altijd vergeten.&#8217; 35Dit zegt de Here, die ons overdag het zonlicht en &#700;s nachts het licht van maan en sterren geeft, die de zee opzweept zodat de golven beginnen te bulderen en wiens naam is Here van de hemelse legers: 36&#8216;Net zo min als Ik van plan ben deze natuurwetten te veranderen, zo zal Ik ook mijn volk Isra&#235;l niet verstoten! 37Net zomin als de hemelen kunnen worden gemeten en de fundamenten van de aarde kunnen worden gepeild, zo zal Ik er nooit over denken hen voor altijd te verstoten vanwege hun zonden! 38-39 Want er komt een tijd,&#8217; zegt de Here, &#8216;dat heel Jeruzalem voor de Here zal zijn herbouwd. Vanaf de toren van Hanane&#235;l in het noordoosten van de stad tot aan de Hoekpoort in het noordwesten, en vanaf de Garebheuvel in het zuidwesten tot Goa in het zuidoosten. 40De hele stad en het dal waar de doden begraven worden, zullen heilig zijn voor de Here, evenals de velden die zich uitstrekken tot aan de Kidronbeek en vervolgens naar de Paardenpoort aan de oostkant van de stad. Deze stad zal nooit meer worden ingenomen of verwoest.&#8217;</div>
 </div>
 </div>
</div>

<div class="version vid75 iso6393nld" data-vid="75" data-iso6393="nld">
 <div class="book bkEZK">
 <div class="chapter ch33" data-usfm="EZK.33.11">
 <div class="p">11Zeg hun: &#8220;Zo waar Ik leef, zegt de Oppermachtige Here, de dood van de goddelozen doet Mij geen genoegen. Integendeel, Ik wil graag dat de goddeloze zijn zonden de rug toekeert en in leven blijft. Bekeer u van uw goddeloosheid, want waarom zou u sterven, Isra&#235;l? </div>
 </div>
 </div>
</div>

Kom naar het feest!Voorbeeld

Schrift

Over dit leesplan

Gerelateerde leesplannen