Hoe Ziet Gods Koninkrijk Eruit?Voorbeeld

Wij weten niet altijd wie er bij Gods Koninkrijk hoort

“Laat ze allebei samen tot de oogst opgroeien, en in de oogsttijd zal ik tegen de maaiers zeggen: Verzamel eerst het onkruid en bind het in bossen om het te verbranden, maar breng de tarwe bijeen in mijn schuur.” (Mattheüs 13:30)

Eigenlijk is het heel duidelijk wie tot Gods Koninkrijk behoort en wie niet. Iedereen die in Jezus Christus gelooft als zijn Heer en Zaligmaker, beërft Zijn Koninkrijk. Iedereen die Hem afwijst en niet in Hem gelooft, zet zichzelf er buiten. Maar wij kunnen niet altijd aan de buitenkant zien wie een burger van Gods Koninkrijk is en wie niet.

Sommige mensen zijn als “roofzuchtige wolven in schapenvacht” die zichzelf voordoen als Christenen met het doel om de gemeente te beschadigen of op één of andere manier van hun positie als gerespecteerd gemeentelid te profiteren. Dit is een reëel gevaar, en we moeten alert zijn op mensen die valse leer in de kerk brengen of wiens leven niet overeenkomt met Jezus’ geboden, wat laat zien dat hun geloof niet echt is. Maar het is niet onze taak om te beoordelen wie een kind van God is en wie niet.

In Mattheüs 13 vertelt Jezus een gelijkenis over een veld waar tarwe en onkruid samen opgroeien, maar bij de oogst gescheiden worden. Zo zal Jezus ook ieder mens oordelen; Zijn kinderen mogen de vreugde van hun Koning binnengaan, terwijl ongelovigen buitengeworpen worden. Jezus kent ieder mens door en door, Hij zal ze eerlijk oordelen.