God Kiezen Boven De WereldVoorbeeld

Lees: Genesis 42; 2 Korinthe 7:9–10

SOAP: 2 Korinthe 7:9–10

Jakob en zijn familie woonden in het land Kanaän. Ook daar raakte het voedsel op en ze moesten naarstig op zoek naar koren. Egypte werd opnieuw een toevluchtsoord voor Gods volk: Abraham vluchtte naar Egypte toen er hongersnood was (Genesis 12:10); Izak wilde naar Egypte gaan ten tijde van een hongersnood, maar God weerhield hem daarvan (Genesis 26:1-3); Jozef was in Egypte bevrijd van het lijden wat hem in het huis van zijn vader werd aangedaan (Genesis 41:51); en eeuwen later zou Egypte ook voor Jozef en Maria een toevluchtsoord zijn, toen zij met het Kind Jezus vluchtten voor de toorn van Herodes (Mattheüs 2:13-16).

Toen Jozefs broers in Egypte aankwamen, herkende hij hen meteen. Jozefs droom kwam voor zijn ogen uit toen zijn broers zich voor hem neerbogen als onderkoning van Egypte. Jozef onderwierp zijn broers aan een aantal beproevingen om te zien of zij berouw hadden van hun misdaden jegens hem. De broers waren erfgenamen van Gods belofte en moesten getrouw bevonden worden om Gods uitverkoren volk te worden. Zij moesten hun schuld belijden en Gods tuchtiging erkennen om zo aan te tonen dat ze zich hadden bekeerd en veranderd waren. God gebruikte deze ontmoeting om hun geweten op te laten spelen en hun harten weer tot Hem te keren.

Rubens schuldbelijdenis in Egypte en zijn eed aan Jakob na hun terugkomst in Kanaän is een weerspiegeling van het berouw van de broers. Hij toont hier zijn veranderde hart en de belijdenis van zijn vroegere zonde. Rubens handelen laat zien dat de harten van de broers veranderd waren en opnieuw gericht waren op de dingen van God. Hij was bereid om dingen op te offeren (zij het een wat overhaaste opoffering) om de familie van Jakob te verlossen en te herstellen. Omdat de zonen van Jakob hun schuld bekenden, zich bekeerden en rechtvaardig handelden, zouden zij de voorvaderen worden van Gods uitverkoren volk.

Handelen wij altijd rechtvaardig wanneer God onze schuld blootlegt? Kiezen wij de dingen van God, belijdenis en nederigheid, of handelen we verdedigend en uit trots? Paulus legt in de Korinthebrief uit hoe droefheid soms door God gebruikt wordt om bekering te bewerkstelligen. Deze bekering maakt dat wij erkennen dat we een Verlosser nodig hebben, ons geloof op Christus stellen en het eeuwige leven in Hem ontvangen. Laten we droefheid over de zonde uit Gods hand ontvangen en trouw zijn om ons te bekeren.