DE OLIJFBOOM

In gedachten wandelen we in Jezus’ voetsporen verder van de vijgendorpjes Bethanië en Beth Fage op weg naar de Tempel in Jeruzalem. Boven op de Olijfberg aangekomen hebben Jezus en zijn discipelen de stad Jeruzalem zien liggen. Een indrukwekkend panorama, zeker met die grootse, herbouwde tempel! Nadat ze mogelijk van het uitzicht genoten hebben, wandelen ze de Olijfberg af het diepe dal in, waarna ze de berg Sion opgaan. Loop je mee? Terwijl we bergafwaarts gaan komen we langs allemaal olijfbomen. De naam Olijfberg komt niet uit de lucht vallen. Ook nu nog groeien er volop olijfbomen. In allerlei soorten en maten. Van kleine jonge bomen tot mega oude bomen.

Naar een olijfboom hoef je in Israël trouwens sowieso niet lang te zoeken, ze groeien hier in overvloed. De olijfboom, met zijn kenmerkende stam, het leerachtige blad, de kleine witte of gele bloemetjes die daarna veranderen in de ovale vruchten met hun pit. Let eens op terwijl je langs de olijfboom loopt… Wist je dat de olijfboom ‘licht geeft’? Als de wind door de olijfbomen waait, draaien de blaadjes om en twinkelt het licht door de bomen.

We lazen de eerste dag al dat de olierijke olijfbomen worden genoemd in het rijtje van de zeven zegeningen (Deuteronomium 8:8). De olijf staat dan ook symbool voor overvloed en welvaart. Een volwassen olijfboom brengt meer dan 5 liter pure olie per jaar op. Als in de nazomer de olijven worden geoogst, dan worden deze kleine, gezonde vruchten met lange stokken van de bomen afgeslagen. Deze werkwijze lees je ook terug in de Bijbel. Belangrijk hierbij was dat God had gezegd: "Wanneer u uw olijven afslaat, mag u de takken daarna niet nauwkeurig afzoeken. Het is voor de vreemdeling, de wees en de weduwe" (Deuteronomium 24:20, HSV).

De eerste lichting mooie, groene olijven worden geoogst en gebruikt als voedsel. De anderen blijven nog even hangen tot ze zwart zijn. Daarna werden ze in manden naar de in de buurt zijnde olijfpers gebracht. Daar werden ze geplet onder een grote, draaiende steen. De straal met olie spoot eruit en werd opgevangen in een reservoir. Deze olijfolie werd gebruikt als licht in huis en uiteraard ook in Gods huis: de tempel! Ook werd het gebruikt als ‘zalfolie’ en natuurlijk om de wonden te verzorgen. Zo lezen we van de barmhartige Samaritaan die olijfolie en wijn in de wonden van de gewonde man goot.

Daarnaast gebruikt de Bijbel de groene olijf als beeld voor de ‘oprecht gelovigen’ die onder Gods bescherming staan. En tot slot is de olijf uiteraard het symbool voor vrede, hoop en nieuw leven. Het was immers het blad van de olijf wat de duif in haar bek had toen het na de zondvloed terugkeerde naar de ark.

In de Romeinenbrief wordt Israël door Paulus de edele olijfboom genoemd. In deze olijfboom worden de takken van een wilde olijf – oftewel de heidenvolken - geënt. Over dat enten valt natuurlijk nog veel meer te vertellen. Zo moet je een olijf enten wil je een écht goede oogst binnen kunnen halen. Dit geeft te denken nietwaar?

Maar we wandelen met Jezus en zijn discipelen nu even verder en komen door een hof. In deze hof vol olijfbomen staat een Gat Shmanim. Een oliepers. Daar is de hof ook naar vernoemd: de hof van Getsémané. Op deze plek kwam de Heere Jezus regelmatig. Het was de plek waar niet lang na deze wandeling naar de tempel Jezus in de late avond worstelend in gebed was met zijn Vader. "Mijn Abba, als het mogelijk is, laat deze drinkbeker aan Mij voorbijgaan. Maar niet zoals Ik wil, maar zoals U wilt" (Mattheüs 26:39, HSV). Zoals olijven geperst werden, perste de doodsangst Jezus mentaal. Zijn lichaam reageerde er fysiek op en druppels bloed werden uit zijn door de angst wijder geopende poriën geperst.

Tot slot komt de olijfboom ook voor in visioenen die gaan over de toekomst. Tijdens het grote lijden wat ook de volgelingen van Jezus zal overkomen, staan er voor Gods Aangezicht twee olijfbomen en twee kandelaars als getuigen, aldus Openbaring 11:3 en 4. Dit beeld ‘duikt al eerder op’, namelijk in Zacharia 4. Veel Bijbeluitleggers gaan ervan uit dat deze getuigen Mozes en Elia zijn, die ook bij Jezus verschenen op de berg der verheerlijking. Hoe het ook zij, dat voor God - in beeldtaal gesproken - twee olijfbomen staan die de kandelaars voeden met olie. Zoals de olijfolie in de tempel gebruikt werd om de Menora te voeden met brandstof, zo staan de olijfbomen bij de kandelaars (getuigen) in de hemel om ze te kunnen laten schijnen.

Tip: Als je de reisgids aanschaft en de reis door het Beloofde Land daadwerkelijk gaat maken kom je bij Katzrin een nog werkende olijfpers tegen.