Overvloedig leven, Efeziërs - deel 5Voorbeeld

Gaven voor iedereen

In de vorige verzen lag veel nadruk op eenheid in het lichaam. Nu benadrukt de Bijbel dat we ook als individu van belang zijn. We zijn allemaal lid van het lichaam en ieder apart krijgt genade in het functioneren in het lichaam van Jezus. Het gaat hier niet om de algemene genade van vergeving en verzoening met God de Vader, maar om genade die iets door ons heen tot stand brengt. We hebben allemaal unieke gaven die we inzetten in het lichaam. Jezus geeft ze in een bepaalde mate aan iedereen.

Het feit dat er gaven zijn uitgedeeld, wordt verklaard aan de hand van Psalm 68:19. Het aangehaalde beeld spreekt over een koning die over zijn vijanden overwinning heeft behaald en hen als krijgsgevangenen meeneemt om ze aan zijn volk te tonen. Ondertussen deelt hij cadeaus uit aan zijn volk. In die tijd een gebruikelijke actie voor een koning die terugkeert van de oorlog.  

Paulus legt uit: Jezus is die Koning. Hij is naar de hemel gegaan en logischerwijze is Hij dus ook eerst op aarde gekomen om de veldslag met het rijk der duisternis aan te gaan en te winnen. Jezus brengt nu vanuit de hemel alles tot compleetheid, tot volheid. Onderdeel van het proces van alles tot volheid brengen, is het uitdelen van de gaven aan de gemeente. De gaven hebben dus een belangrijk doel.

Wanneer je Psalm 68:19 leest zie je een verschil. Daar staat in onze vertalingen niet dat de koning gaven uitdeelt, maar gaven van de mensen in ontvangst neemt. Het lijkt dat Paulus hier niet de Hebreeuwse tekst aanhaalt, maar juist de Aramese vertaling. Hoe dan ook, onze Koning deelt gaven aan ons uit, die Hij weer terug ontvangt, want we zetten ze in voor Hem. Alles is gericht op Jezus!

Vragen: 

• Weet jij welke gave(n) Jezus je gegeven heeft? Zet je die dan ook in naar zijn mate of naar jouw mate? 
• Wat doet het met je dat het doel van jouw inzet is dat alles tot volheid komt?