Hosanna voor de Koning!Voorbeeld

Davids troon zal voor eeuwig standhouden

Koning Saul was Israëls eerste koning, maar hij voldeed niet aan de verwachtingen van het volk en de eisen van God. Hij was herhaaldelijk ongehoorzaam aan Gods geboden, en daarom moest de profeet Samuël hem vertellen: “Omdat u het woord van de HEERE verworpen hebt, heeft de HEERE u verworpen, zodat u geen koning meer over Israël zult zijn (…) De HEERE heeft vandaag het koningschap van Israël van u afgescheurd en het aan uw naaste gegeven, die beter is dan u” (1 Samuël 15:26-28, HSV).

God koos David als nieuwe koning. Hij was een schaapherder en de jongste van zijn familie — niet direct een voor de hand liggende kandidaat voor de troon! Maar God keek niet naar zijn uiterlijk, maar naar zijn hart (zie 1 Samuël 16:7). En Hij vond in David een man naar zijn hart, die alles zou doen wat God wilde (zie Handelingen 13:22). Jammer genoeg was zelfs David een zondig mens die fouten maakte. De Bijbel is volkomen eerlijk over zijn misstappen. Maar de rode draad door zijn leven is zijn absolute vertrouwen in de goedheid en genade van de Heere, en zijn oprechte verlangen om Hem te dienen. Aan het eind van Davids leven beloofde God hem: “Uw huis en uw koningschap zullen voor uw ogen voor eeuwig vaststaan, uw troon zal voor eeuwig zeker zijn” (2 Samuël 7:16, HSV).

Laten we de komende dagen lezen hoe deze belofte is uitgekomen!