VriendschapVoorbeeld

Maandag: Christus, het middelpunt van de vriendschap

Lezen: Romeinen 12:1-8, 1 Petrus 4:10

SOAP: Romeinen 12:4-5, 1 Petrus 4:10

Soms zouden we wel willen dat onze vrienden meer waren zoals wijzelf – dat ze dezelfde interesses deelden, hetzelfde voelden als wij, en het steeds met ons eens waren – maar het goede nieuws is dat wij niet allemaal hetzelfde zijn. We kunnen ieder op onze eigen manier elkaar versterken en bemoedigen, juist doordat we allemaal verschillende gaven bezitten. De een heeft misschien een sterk geloof waar een vriendin steun uit put, als zij moeite heeft om op God te vertrouwen. Een ander heeft misschien een helder inzicht in de Schrift en kan dat goed aan haar vriendinnen uitleggen. Deze gaven krijgen we niet alleen voor ons eigen plezier, maar God geeft ze aan ons om elkaar ermee te dienen zodat onze eenheid in Christus versterkt wordt. 

Wij behoren elkaar toe, en dus hebben wij niet het recht om onze gaven alleen in ons eigen belang te gebruiken. Vriendschap maakt dat wij ophouden met elkaar te beconcurreren en onze gaven met elkaar te vergelijken, om onszelf op de voorgrond te plaatsen, of de gaven van anderen te kleineren. We zijn één team, en onze gaven zijn bedoeld om elkaar aan te vullen. 

Here God, laat mij zien hoe ik mijn gaven kan gebruiken in dienst van het lichaam van Christus. Laat mij zien hoe ik mijn vriend(inn)en kan bemoedigen in het gebruik van hun gaven en hoe ik in plaats van te concurreren en te vergelijken, hen van harte complimenten kan geven en mijn waardering kan tonen. Help ons dat wij aan de wereld laten zien wat het betekent om één te zijn in U. Amen.