Werk in uitvoeringVoorbeeld

Gods eeuwige verbondsbeloften

Wanneer God zegt dat Hij bij het volk is, zegt Hij dat zijn aanwezigheid gebaseerd is op het verbond dat Hij met hen sloot toen zij uit Egypte kwamen. Maar wacht eens even... dit volk was helemaal niet in Egypte geweest, ze waren net teruggekeerd uit hun ballingschap in Babylon! Het verhaal over Israëls slavernij in Egypte komt uit de tijd van Mozes, ongeveer 1400 voor Christus. Geen van de mensen in Haggaï's tijd was erbij geweest toen God de Israëlieten uit Egypte leidde en zijn verbond met hen sloot. Zelfs hun ouders of grootouders waren toen nog niet geboren! En toch verwijst God naar “het verbond dat Ik met u sloot”.

Dit is een duidelijk teken van Gods trouw. Hij houdt zijn verbondsbeloften door de generaties heen. Ze gelden niet alleen voor het volk dat leefde tijdens de uittocht uit Egypte, maar ook voor al hun nakomelingen.

Hebreeën 13:20 spreekt zelfs over een nieuw “eeuwig verbond”, gebaseerd op Jezus' verzoenende dood, dat niet alleen geldt voor het volk Israël, maar voor alle volken. Sinds Haggaï's tijd hebben Gods verbondsbeloften hun geldigheid niet verloren. Ze zijn alleen maar glorieuzer geworden nadat ze hun volheid hebben gevonden in Jezus Christus.

Loof God voor zijn eeuwige trouw!