Werk in uitvoeringVoorbeeld

Komen Gods beloften uit?

Het boek Haggaï eindigt met beloften aan Zerubbabel, de landvoogd van Juda. Deze man stamde uit de koninklijke lijn van David, dus hij had Israëls koning moeten zijn. Maar omdat het Perzische rijk nog steeds over Israël heerste, was hij slechts een gouverneur. Nu belooft God dat er een einde zal komen aan de onderdrukking door vreemde naties en dat Zerubbabel koninklijk gezag zal krijgen.

Maar de geschiedenis laat zien dat Israël geen politieke onafhankelijkheid heeft gekregen en Zerubbabel nooit koning is geworden! Zelfs in Jezus' dagen, zo'n 500 jaar later, werden de Israëlieten nog steeds onderdrukt door een vreemd rijk. Dus, brak God zijn belofte?

Nee, dat deed Hij niet. Mattheüs vestigt onze aandacht op een Man uit de koninklijke lijn van Zerubbabel: Jezus Christus. Hij is de Koning der heerlijkheid, Die over de volken zal heersen en aan Wiens heerschappij geen einde zal komen. Hij zal de troon van zijn vader David krijgen. In Hem komt Gods belofte uit. De profetie was niet gericht op Zerubbabel persoonlijk, maar op zijn positie als erfgenaam van Davids troon en werd generaties lang doorgegeven tot Jezus' geboorte.

We kunnen niet altijd voorzien hoe en wanneer God zijn beloften vervult, maar we kunnen er zeker van zijn dat Hij het doet!