In het beginVoorbeeld

Donderdag

Lees: Genesis 11:10-26; Mattheüs 1:1-17

SOAP: Mattheüs 1:16

Mozes schreef het boek Genesis in de veertig jaar dat het volk Israël door de woestijn trok. Het boek was geschreven aan een generatie Israëlieten die op het punt stond het beloofde land Kanaän in te trekken. Veel van hen waren in Egypte als slaaf geboren, maar er waren ook velen die tijdens de tocht door de woestijn waren geboren. Degenen die Egypte nog hadden gekend waren op jonge leeftijd uitgetrokken en hadden het merendeel van hun leven doorgebracht in afwachting van het moment waarop God Zijn belofte zou vervullen en hen in het beloofde land zou binnenlaten. 

Deze eerste hoofdstukken van Genesis beschrijven hoe de aarde is geschapen en wie de eerste mensen waren. Een Israëliet die de geslachtsregisters uit Genesis 1 zou lezen, zou veel namen herkennen van de verhalen die hen overgeleverd waren. God had Abraham een belofte gedaan en deze Israëlieten wisten dat zij de vrucht van die belofte waren. 

Wanneer wij vandaag het geslachtsregister uit Mattheüs lezen hebben wij eenzelfde perspectief als de Israëlieten in de tijd dat Mozes Genesis schreef. De Israëlieten wisten wie Abraham was, wat hij zou doen en wie zijn kinderen zouden zijn. Wanneer wij het geslachtsregister van Jezus lezen, weten wij wie Hij is, wat Hij heeft gedaan en wie Zijn volgers zouden zijn. 

De Israëlieten lazen Genesis 11 in de wetenschap dat God een gedeelte van Zijn belofte al had vervuld. Hij had Abraham tot een groot volk gemaakt, maar een gedeelte van de belofte moest nog in vervulling gaan: de erfenis van het land. Wanneer wij het leven van Jezus zien, weten we dat God een gedeelte van Zijn belofte al heeft vervuld: Hij heeft Jezus gezonden, de Messias die de zonden van de wereld heeft weggenomen. Vandaag wachten we nog op de vervulling van de rest van Gods belofte: de wederkomst van Christus en Zijn heerschappij. Onze God is dezelfde God. Hij is Degene die belooft en Degene die vervult. Hij vervulde Zijn belofte aan Abraham en Hij zal ook Zijn belofte aan ons vervullen. 

Heer, U vervult Uw beloften. U beloofde Uw Zoon als Messias te sturen, om ons van zonde te bevrijden. U heeft dit gedaan. Ik geloof in Uw belofte dat Jezus terug zal komen om te oordelen en te heersen. Dank U dat U mij in Uw Woord keer op keer toont dat U Uw beloften vervult. Amen.