Overvloedig leven, Efeziërs - deel 1Voorbeeld

De openingszet

Paulus heeft deze brief geschreven in een gevangenis (waarschijnlijk in Rome). Opmerkelijk is dat Paulus het daar nauwelijks over heeft. Hij start de brief er al helemaal niet mee. Paulus begint niet met zijn omstandigheden, maar met zijn roeping. Hij is namelijk geroepen om als apostel (letterlijk uitgezonden namens een Ander) het Woord te brengen. Die roeping heeft niets te maken met zijn eigen wil (hij was immers iemand die juist de gemeente vervolgde), maar met de wil van God. God koos hem uit om Jezus Christus te tonen. Dat is zijn hoogste roeping! Daar kan je rustig mee starten in je brief, zonder hoogmoedig te zijn. 

Vervolgens richt Paulus zich tot de lezers, de gemeente van Jezus. Hij noemt ze direct bij hun identiteit: heiligen en gelovigen. Dat zijn ze niet in hun eigen kracht, maar in die van Christus. In de eerste twee zinnen van de brief laat Paulus al mooi zien dat het alleen om Jezus gaat. 

• De naam ‘heiligen’ spreekt over: apart gezet en toegewijd aan God de Vader. 
• De naam ‘gelovigen’ spreekt over: meer dan alleen je redding aanvaarden, namelijk leven vanuit geloof. Bezig zijn met de roeping om wat in de hemel is ook op de aarde te zien gebeuren. 

Vervolgens bidt Paulus de proclamatie: "genade is met jullie en vrede van God onze Vader en van de Here Jezus Christus". Anders gezegd: Genade die vrede laat stromen in je leven. Genade is de bron. Genade spreekt over vrijspraak van schuld en oordeel, en tevens ondergedompeld worden in de overvloed van zijn voorzieningen. Die genade brengt heelheid en vrede in je leven. Die proclamatie is nodig als een waarheid die het heiligingsproces in je leven op gang houdt. Je bent een heilige die heilig gaat leven. 

• Hoe stel jij je voor aan anderen?
• Hoe bewust ben je dat je alles bent in Christus alleen?
• Mediteer over leven vanuit je roeping en niet vanuit je omstandigheden.
• Bid over je zelf en anderen het 'genade proclamatie-gebed' van vers 2 uit.