Leven tot Gods eer. Aansporingen van de apostel PetrusVoorbeeld

Jezus is het fundament van de gemeente

In Psalm 118:22-23 verwondert de Psalmist zich erover hoe God iets gedaan heeft wat niemand had verwacht. Hij zat in een gevaarlijke situatie, omringd door vijanden, maar God redde hem en maakte alles weer goed.

Eeuwen later citeert Jezus deze Psalm en past die toe op Zichzelf: “Hebt u nooit gelezen in de Schriften: De steen die de bouwers verworpen hadden, die is tot een hoeksteen geworden; dit is door de Heere geschied, en het is wonderlijk in onze ogen?” (Mattheüs 21:42 HSV).

Jezus zei dit in de context van de overpriesters en de oudsten van het volk die Zijn bevoegdheid ter discussie stelden. Jezus voldeed niet aan hun hoop en verwachtingen, en dus wezen ze Hem af. Maar dat zou Gods reddingsplan niet in de weg staan.

De apostel Petrus refereert aan dit citaat als hij zegt dat Jezus de kostbare hoeksteen is van een geestelijk huis. Hoewel Hij werd afgewezen door de godsdienstige elite van Zijn dagen, is Hij wel degelijk het fundament van de gemeente geworden. Gelovigen zijn als levende stenen die samen één kerk vormen, één heilige tempel. God woont in hun midden. Als we zien hoe Gods reddingsplan zich ontvouwt, stemmen we in met de Psalmist: “Dit is door de HEERE geschied, het is wonderlijk in onze ogen”!