Leven tot Gods eer. Aansporingen van de apostel PetrusVoorbeeld

Kan lijden een zegen zijn?

Petrus’ woorden klinken paradoxaal. In vers 13 stelt hij de retorische vraag wie ons kwaad kan doen als we navolgers zijn van het goede. Een vergelijkbare vraag vinden we in Romeinen 8:31 (HSV): “Als God voor ons is, wie zal tegen ons zijn?” Het lijkt erop dat Christenen veilig zijn voor onheil.

Maar Petrus vervolgt in vers 14: “Maar als u ook zou moeten lijden vanwege de gerechtigheid…” Dat was geen hypothetisch, onwaarschijnlijk scenario. Voor veel van Petrus’ lezers was dit de dagelijkse realiteit! Romeinen 8 spreekt over verdrukking, benauwdheid, vervolging, honger, naaktheid, gevaar en het zwaard als heel reële gevaren waarmee Christenen geconfronteerd kunnen worden. Hoe kunnen Petrus en Paulus dan zeggen dat alles in orde is?

Kennelijk bestaat er iets dat al dit lijden te boven gaat, iets dat onze vijanden niet kunnen beschadigen of afpakken. Dat is Gods zegen. Jezus Christus zei dat al: “Zalig zijn zij die vervolgd worden om de gerechtigheid, want van hen is het Koninkrijk der hemelen” (Mattheüs 5:10 HSV).

Lijden in zichzelf is niets om naar te verlangen. Maar de mensen die lijden omwille van de gerechtigheid, worden door Jezus Zelf “zalig” genoemd. Hun loon is groot in de hemel (zie Mattheüs 5:11-12).