Wat bomen ons kunnen leren over God en zijn KoninkrijkVoorbeeld

De vrucht van de bomen is een geschenk van God

God heeft de aarde en alles wat daarop leeft geschapen, inclusief bomen en planten. Daarom is Hij de eigenaar, niet wij. Dat is de achtergrond van het Bijbelgedeelte in Levicitus, waar de Heere één tiende opeist van de opbrengst van het land en van de vruchten van de bomen. Die zijn “heilig voor de HEERE” en moeten worden afgedragen aan de priesters en Levieten (Gods speciale dienaren).

Deze ‘tienden’ waren een soort belasting, maar ook een herinnering dat alles wat de Israëlieten bezaten en alles wat het land opbracht, een geschenk van de Heere was. Ze gaven enkel één tiende deel van wat ze gekregen hadden, weer terug.

Dit was een specifiek gebod voor de Israëlieten, niet voor Christenen wereldwijd. Maar zoals met al Gods geboden, blijft de onderliggende waarheid dezelfde: onze bezittingen en ons inkomen zijn uiteindelijk niet van ons, maar van de Heere. Daarom is het heel natuurlijk om iets terug te geven aan God — niet met tegenzin, maar met blijdschap. “Laat ieder doen zoals hij in zijn hart voorgenomen heeft, niet met tegenzin of uit dwang, want God heeft een blijmoedige gever lief” (2 Korinthe 9:7, HSV).

Beschouw jij je bezittingen als ‘van jou’ of als ‘van de Heere’? Welke gevolgen heeft dat voor je dagelijks leven?