#OpreisdoorLukas - Lukas 13: het principe van het KoninkrijkVoorbeeld

Door een klein poortje?

"… veel mensen zullen proberen om naar binnen te gaan. Maar bij veel van hen zal dat niet lukken ..."

‘Er zijn zeker maar een paar mensen die in de hemel mogen komen?’ Dit is zo ongeveer de vraag die iemand aan Jezus stelt. Bedoelt die persoon zichzelf ermee? Was het een oprechte vraag?

Het lijkt alsof de Heer een cryptisch antwoord geeft. ‘Doe je best om door de smalle poort naar binnen te gaan, want velen, zeg Ik u, zullen proberen binnen te gaan en het niet kunnen.…’

Waarom lukt het niet? Waarom is het zo moeilijk? Omdat je een dikke streep moet zetten door je eigen wil, kunnen en prestaties. Je kunt niet op eigen verdienste - ook al doe je nog zo hard je best - in de hemel komen. De kameel past eenvoudigweg niet door het oog van een naald. Er wordt vaak gezegd dat de naald een kleine poort was in de muur van Jeruzalem en dat een kameel er alleen doorheen kon als hij al zijn ballast aflegde. Een mooi beeld dat we alle bagage in ons leven weg moeten doen om verder te komen. Maar het beeld is nog veel sterker. Er is vanuit de geschiedenis helemaal geen bewijs dat die poort zo'n bijnaam had. Het lijkt erop dat de Heer gewoon een echt oog van een naald bedoelde. Daar past een kameel niet doorheen. Onmogelijk. Vandaar de reactie van de discipelen: ‘Wie kan er dan zalig worden?’ Niemand dus, als dát de voorwaarde zou zijn. Gelukkig is de echte enige voorwaarde eigenlijk heel eenvoudig.

‘Ik liep hier’, zei Jezus, ‘We hebben samen gegeten en gedronken, Ik gaf hier les, maar je kent me niet… Je was erbij, stond erbij en keek ernaar. Maar je maakt er geen deel van uit, je luistert niet, je kiest niet voor Mij, je omarmt niet wie Ik Ben! Je biologische afkomst gaat je niet redden. Het enige wat Ik je vraag is: geloof je én erken je dat Ik ben gekomen om je te redden en dat je zonder Mij nooit bij de Vader kunt komen?’

That’s it… 

Om over na te denken:

Jezus en het Koninkrijk van God: het draait in zijn Koninkrijk volledig om Hem. Hij richt op, voorziet, geneest, bevrijdt, geeft leven. Zijn vraag is eenvoudig: ‘Wil je stoppen met zelf doen en gewoon ontvangen wat Ik je geef?’ Wat is daarop jouw antwoord?