Het Leven Hierna: De Verschrikkelijke Realiteit Van De HelVoorbeeld

aar God, eigenlijk snap ik u niet helemaal 

Een antwoord op de vraag waarom mensen naar de hel gaan en hoe God tegelijk liefdevol kan zijn, zou in een doorsnee leesplan de laatste dag en daarmee de climax van het avontuur zijn. Niet in dit leesplan. Ik geloof dat onze God door en door liefde is, zeker en vast. Ook geloof ik dat de mogelijkheid om tegen God te kiezen nodig is om in liefde voor Hem te kunnen kiezen. Zonder het ene kan het ander niet bestaan. Toch weet ik niet of een aantal Bijbelteksten en een korte bemoediging die diepe waarheid in je leven kunnen bewerkstelligen. Daar ben ik niet naïef in, maar ik moedig je aan om daarvoor zelf in gebed naar de Vader te gaan. 

De vraag die ik wel bij je wil neerleggen is de volgende: Ook als je niet precies begrijpt hoe God het toestaat dat mensen naar de hel gaan, ook als je moeite hebt met zijn handelen, mag God in jouw leven dan nog God zijn? Mag God doen wat Hem behaagt? Ben je je ervan bewust dat Hij de Maker is en jij het maaksel? Wanneer we ons bewust zijn van de absolute macht van God en het feit dat onze wegen vaak niet Zijn wegen zijn, dan is het voor ons ook mogelijk om te geloven dat een liefdevolle God mensen naar de hel kan sturen. 

Ik geloof dat er antwoorden zijn op deze vragen en dat we die zeker mogen zoeken. Toch zullen antwoorden niet altijd gelijk volledig bevredigend zijn en zijn ze niet altijd in lijn met ons eigen gevoel. Vanuit die strijd in mijn eigen leven heb ik besloten dat het beter is om God te geloven en te volgen om de simpele reden dat Hij God is, dan altijd het antwoord te moeten hebben. In het leven als christen is het vaak eerst geloven om vervolgens te gaan begrijpen, in plaats van dat we altijd eerst begrijpen voordat we geloven.

Als we geloven dat er een controlerende kracht buiten dit universum is, is het niet gek om te bedenken dat die kracht zich in zijn handelen niet altijd houdt aan de logica en redenatie binnen dit universum. Dit vraagt een stuk nederigheid van ons. Nederigheid die we horen te hebben. We zijn niet schepper maar schepsel. We mogen opletten dat we niet zo druk zijn met het ontcijferen, dat we vergeten in ontzag en nederigheid te volgen.