Dromen Met God

Ik Ben Geboren Voor Een Tijd Als Deze

Onrustig hart

Hemelse vrijheid voor vrouwen

Aanbidding - Lift up the name of Jesus

Ik ben een kind van God... en dat verandert alles!

LICHT - Aangetrokken door het Wonderlijke Licht van God

Be Radical - 100% voor Jezus

Fake - Because real life isn’t so perfect

Hoe ziet God mij?

Het Boek

<div class="version vid75 iso6393nld" data-vid="75" data-iso6393="nld">
 <div class="book bkEXO">
 <div class="chapter ch15" data-usfm="EXO.15">
 <div class="label">15</div><div class="s1">Het lied van Mozes</div><div class="p"> 1Mozes en de andere Isra&#235;lieten zongen toen dit lied voor de Here:</div><div class="q1">&#8216;Ik wil een lied voor de Here zingen, want Hij heeft een machtige overwinning behaald. De ruiters en de paarden wierp Hij in de zee.</div><div class="q1"> 2De Here geeft mij kracht en een reden om te zingen. Hij heeft mij laten overwinnen. Hij is mijn God en ik zal Hem prijzen, Hij is mijn vaders God en ik zal Hem verheerlijken.</div><div class="q1"> 3De Here is een oorlogsheld, zijn naam is Here.</div><div class="q1"> 4De wagens en het leger van de farao liet Hij in de zee vergaan, de beroemde strijders verdronken.</div><div class="q1"> 5Golven bedekten hen, terwijl zij als een steen naar de bodem zonken.</div><div class="q1"> 6Uw rechterhand, Here, heeft een enorme kracht, uw rechterhand vernietigde onze vijand.</div><div class="q1"> 7In uw majesteit vaagde U allen weg die tegen U durfden op te staan, uw toorn was als een vuur dat stro verbrandt.</div><div class="q1"> 8De adem van uw neus stuwde wateren op en zij rezen op als muren langs ons pad. Het woelige water kwam midden in zee tot stilstand.</div><div class="q1"> 9De vijand zei: &#8220;Ik achtervolg hen, versla hen en grijp de buit. Ik sla hen uiteen en dood hen met mijn zwaard.&#8221;</div><div class="q1"> 10U blies met uw adem en de zee bedekte hen, zij zonken als lood in de machtige wateren.</div><div class="q1"> 11Wie onder de goden is gelijk aan de Here, wie is zo heerlijk en heilig als U, bewonderenswaardig in roemrijke daden, niet te volgen in wonderlijk doen en laten?</div><div class="q1"> 12U stak uw hand uit en de aarde slokte hen op.</div><div class="q1"> 13In uw liefdevolle goedheid leidde U het verloste volk met uw kracht naar het heilige land.</div><div class="q1"> 14Andere volken hoorden het en zij beefden van schrik, de angst sloeg de bewoners van Filistea om het hart.</div><div class="q1"> 15Edoms stamhoofden schrokken, de machtigen van Moab huiverden van schrik, de bewoners van Kana&#228;n sidderden.</div><div class="q1"> 16Ontzetting en schrik overviel hen, zij versteenden, terwijl wij ongehinderd door hun land trokken. Wij&#8212;het volk dat U Zich hebt verworven&#8212;trokken veilig verder.</div><div class="q1"> 17U brengt hen binnen en plant hen op de berg die U hebt beloofd, de plaats waar U thuis bent, Here, het heiligdom dat U hebt gesticht.</div><div class="q1"> 18De Here zal voor altijd en eeuwig regeren.&#8217;</div><div class="p"> 19De paarden, ruiters en wagens van de farao achtervolgden ons door de zee, maar de Here liet de muren van water op hen vallen, terwijl het volk Isra&#235;l over het droge pad ging.</div><div class="p"> 20Toen pakte de profetes Mirjam, de zuster van A&#228;ron, haar tamboerijn en ging de andere vrouwen voor in een vrolijke reidans.</div><div class="p"> 21Mirjam zong dit lied:</div><div class="p">&#8216;Ik zing een lied voor de Here, want Hij heeft een machtige overwinning behaald, de ruiters en de paarden stortte Hij in zee.&#8217;</div><div class="p"> 22Toen liet Mozes de Isra&#235;lieten bij de Rietzee opbreken en zij trokken verder naar de woestijn Sur. Drie dagen lang trokken zij door die woestijn zonder water te vinden. 23Zij kwamen aan in Mara, maar konden het water daar niet drinken omdat het bitter was. Daarom noemden zij die plaats ook Mara (Bitter). 24Het volk keerde zich als &#233;&#233;n man tegen Mozes en zei: &#8216;Waar halen wij nu water vandaan?&#8217; 25Mozes vroeg hulp aan de Here en de Here wees hem een stuk hout aan, Mozes wierp het in het water en het werd zoet. Daar bij Mara legde de Here een aantal regels aan het volk op om te zien hoever hun toewijding ging. Hij zei: 26&#8216;Als u naar de stem van de Here, uw God, luistert, Hem gehoorzaamt en doet wat recht is in zijn ogen, zal Ik u niet laten lijden onder de straffen die Ik de Egyptenaren heb gegeven. Want Ik, de Here, ben uw Heelmeester.&#8217;</div><div class="p"> 27Daarna kwamen zij in Elim, een plaats met twaalf waterbronnen en zeventig palmbomen. Daar sloegen zij hun kamp op bij het water.</div>
 </div>
 </div>
</div>

<div class="version vid75 iso6393nld" data-vid="75" data-iso6393="nld">
 <div class="book bk2KI">
 <div class="chapter ch22" data-usfm="2KI.22">
 <div class="label">22</div><div class="s1">Het herstel van de tempel door koning Josia</div><div class="p"> 1-2 Josia, de nieuwe koning van Juda, was acht jaar oud. Hij regeerde eenendertig jaar in Jeruzalem. Jedida, een dochter van Adaja uit Bozkath, was zijn moeder. Zijn bewind was goed, want hij volgde het voorbeeld van zijn voorvader David door de Here volkomen te gehoorzamen.</div><div class="p"> 3-4 In zijn achttiende regeringsjaar stuurde koning Josia zijn secretaris Safan, de zoon van Azalia en kleinzoon van Mesullam, naar de tempel om de hogepriester Hilkia de volgende opdracht te geven: &#8216;Verzamel het geld dat de priesters van de mensen ontvangen bij de deur van de tempel. 5-6 Geef het aan de bouwopzichters, zodat zij timmerlui en metselaars kunnen huren en hout en stenen kunnen kopen voor de restauratie van de tempel.&#8217; 7De bouwopzichters hoefden geen verantwoording af te leggen voor hun uitgaven, want het waren allemaal eerlijke mannen.</div><div class="p"> 8Op een dag kwam de hogepriester Hilkia bij secretaris Safan en vertelde hem: &#8216;Ik heb in de tempel een boekrol ontdekt, waarop de wetten van God staan geschreven.&#8217; Hij gaf de boekrol aan Safan om hem te lezen. 9-10 Toen Safan de koning verslag uitbracht over de vorderingen bij het herstel van de tempel, vertelde hij hem ook over de boekrol die Hilkia had gevonden. Safan las de inhoud aan de koning voor. 11Nadat de koning had gehoord wat in de boekrol stond, scheurde hij ontzet zijn kleren. 12-13 Hij beval de priester Hilkia, Safan en Asaja, de persoonlijke dienaar van de koning, Safans zoon Ahikam en Michaja&#700;s zoon Achbor aan de Here te vragen: &#8216;Wat moeten wij doen? Wij hebben de aanwijzingen uit dit boek niet opgevolgd, uw toorn moet wel erg groot zijn, want ook onze voorouders hebben uw geboden niet nageleefd.&#8217; 14De priester Hilkia, Ahikam, Achbor, Safan en Asaja gingen naar het nieuwe deel van Jeruzalem om de profetes Hulda op te zoeken. Zij was de vrouw van Sallum, de zoon van Tikva en kleinzoon van Harhas, die aan het hoofd stond van het kledingmagazijn.</div><div class="p"> 15-16 Zij gaf hun de volgende boodschap door van de Here, de God van Isra&#235;l: &#8216;Vertel de man die u naar Mij toestuurde, dat Ik deze stad en haar inwoners ga vernietigen, zoals staat in het boek dat u hebt gelezen. 17Want de inwoners van Juda hebben Mij de rug toegekeerd en afgoden aanbeden. Dat heeft Mij diep beledigd, mijn toorn tegen deze stad is hoog opgelaaid en zal niet meer doven. 18-19 Maar omdat u berouw had en zich zorgen maakte en u voor Mij vernederde, nadat u het boek en zijn waarschuwingen over vervloeking en ontvolking van het land had gelezen en omdat u uw kleren hebt gescheurd en hebt gehuild, zal Ik luisteren naar uw smeekbeden. 20Dit volk zal pas ten val komen nadat u bent gestorven, u zult zelf geen getuige zijn van de rampen die Ik over deze plaats ga brengen.&#8217; Met die boodschap keerden zij naar de koning terug.</div>
 </div>
 </div>
</div>

Vrouwen in de KerkVoorbeeld

Mag een vrouw leiding geven binnen Gods koninkrijk?

Schrift

Over dit leesplan

Gerelateerde leesplannen