Ik ken jou: Overdenkingen in genadetijdVoorbeeld

Ik ken je liefde en geloof

We verlangen allemaal naar erkenning. Geef maar toe. Wanneer we iets goeds doen, of iemand helpen, verwachten en verlangen we een compliment dat we het goed hebben gedaan. Maar de meeste grote geloofsdaden worden gedaan met weinig getuigen, of misschien wel helemaal geen getuigen. Wie ziet de uren die je doorbrengt bij een patiënt met een hersenverlamming? Wie ziet jou als je de stoep van de bejaarde weduwe veegt die vlakbij woont? Wanneer je de belastingaangifte doet van je zwager die niet overweg kan met cijfers? Wanneer je boodschappen doet voor iemand die aan huis gekluisterd is? Wanneer je een kind helpt die het moeilijk heeft op school? Wanneer je een uur aan de telefoon zit met een suïcidale vriend?

God ziet het. Je mag aannemen dat Hij het allemaal ziet en dat elke keer als jij iemand helpt op zijn of haar levensreis, Gods gezicht oplicht. Hij vertelde de christenen van Thyatira: "Ik ken uw doen en laten, uw liefde, uw geloof en hulpvaardigheid en Ik weet hoe moedig u volhoudt. Ik weet ook dat u nu nog meer doet dan eerst'' (Openbaring 2:19).

Toen Jezus de aarde verliet, zond Hij Zijn Geest om ons kracht te geven voor onze taak. Hij gaf ons eigenlijk Zijn baan: om het goede nieuws van het Evangelie te verkondigen en om met ons leven te laten zien dat dit goede nieuws waarheid is. Maak je geen zorgen als jouw hulp voor anderen soms niet wordt gezien of gewaardeerd. De Ene waar jij het meest om geeft is ontzettend blij met wat je doet.