Rise & Fall - helden uit GenesisVoorbeeld

ZEVENTIG

Eindelijk is de familie herenigd. Het verhaal loopt ten einde, en daarom zet de schrijver alles nog even in perspectief. God herinnert Jakob aan zijn belofte – het refrein van Genesis. Alle zonen en hun families die meereizen naar Egypte worden met naam en toenaam vermeld. In totaal zijn er twaalf zonen en zeventig directe familieleden. Symbolische getallen, die duiden op het grote plan van God, dat niet alleen Israël maar alle volken op het oog heeft; het plan dat hij voor het eerst aan Abraham bekendmaakte. 

Jozef is nog steeds de belangrijkste man na de farao. De hongersnood wordt zo erg dat de hele economie plat komt te liggen. De Egyptenaren betalen met hun grond en uiteindelijk met hun lichaam. Jozef brengt het hele land in bezit van farao en maakt het volk tot slaaf. 

Ondertussen hebben Israël en zijn familie zich in de provincie Gosen gevestigd, in de vruchtbare Nijldelta. En terwijl het land zucht onder de hongersnood en slavernij, wonen de Israëlitische vreemdelingen in het beste deel van het land en varen daar wel. 

Vragen 

1. Gods plan gaat niet alleen over Israël. Hoe wordt het plan van God voortgezet na Genesis?

2. Wat vind je ervan dat Jozef het hele Egyptische volk tot slaaf van de farao maakte? Was dat onderdeel van Gods plan, denk je? 

3. Wat leer je over de omgang met vreemdelingen?