Dichtend de Bijbel door - Nieuwe Testament - deel 1Voorbeeld

De twaalfjarige Jezus in de tempel 

(Lucas 2:41-52)

Elk jaar, voor ’t Pesachfeest trokken de mensen
trouw naar de tempel in Jeruzalem
Op zijn twaalfde ging ook Jezus met zijn ouders
was nu eindelijk de beurt aan hem!
Na afloop ging men weer met velen huiswaarts
Maar Jezus niet, nee, hij was daar niet bij
Toch trokken Jozef en Maria verder
Hij was bij ’t reisgezelschap, dachten zij
Totdat, na zeker wel een dag lang reizen
zij hun zoon uiteindelijk daar misten
Dus zochten ze bij vrienden en verwanten
die zijn verblijfplaats echter ook niet wisten
En Jezus? Hij zat bij de Schriftgeleerden!
Na dagen zoeken vonden zij hem pas
Ja hij, die door zijn inzicht en zijn vragen
niet enkel leerling, maar ook leraar was …
En allen, die daar waren in de tempel
stonden versteld toen zij hem hoorden
Men vroeg zich af: ‘ Wie is toch deze jongen?’
Dit, door zijn kennis en zijn wijze woorden
Er was inmiddels heel wat tijd verstreken
Men kon nu eindelijk weer huiswaarts gaan
Maar niet, voordat zijn moeder hem berispte
met: ‘Kind, wat heb je ons toch aangedaan!’
‘Wist u dan niet,’ antwoordde Jezus
‘dat ik in mijn Vaders Huis moest zijn?’
Dit alles borg Maria in haar hart
Zowel de mooie dingen als de pijn
Toch was voor ieder één ding duid’lijk:
God had zich daar geopenbaard en hoe!

Zo groeide Jezus verder op
En nam nog in wijsheid toe…

Door Maria Riksten-Brouwer