Oswald Chambers: Blijdschap - Kracht in de HeerVoorbeeld

In bepaalde stadia van ons geestelijk leven komt bij ons de nare gedachte op dat we alles moeten opgeven wat we hebben. De betekenis van opoffering in de Bijbel houdt in dat ik vrijwillig het beste wat ik heb, aan God geef, zodat Hij het van Hem kan laten zijn én van mij voor eeuwig: als ik me eraan vastklamp, verlies ik het, en dan verliest God het ook. God zei tegen Abraham dat hij Izaak moest offeren in een brandoffer. Abraham interpreteerde dit als een opdracht om zijn zoon te doden. Maar op de berg Moria kon Abraham een verkeerde traditie over God inleveren en kreeg hij inzicht in wat een brandoffer werkelijk betekent: een levend offer (Romeinen 12:1-2). Het lijkt erop dat we alles moeten opgeven en alles moeten verliezen wat we hebben. In plaats van dat het christendom ons blijdschap en eenvoud geeft, maakt het ons ongelukkig. Totdat we plotseling gaan beseffen dat het Gods doel is om ons te laten meewerken aan onze eigen morele opvoeding. We moeten dit doen door in gehoorzaamheid het wereldse op te offeren voor het geestelijke. We hoeven het wereldse niet te negeren, maar we moeten het wel opofferen.

Reflectievraag: Aan welke verkeerde beelden van God, die me verhinderen om blijdschap te ervaren, houd ik me vast?

Citaat overgenomen uit He Shall Glorify Me © Discovery House Publishers