Numeri 28:1-31

Numeri 28:1-31 Herziene Statenvertaling (HSV)

De HEERE sprak tot Mozes: Gebied de Israëlieten en zeg tegen hen: U moet zorg dragen voor Mijn offergave – Mijn voedsel voor Mijn vuuroffers, voor Mij een aangename geur – door Mij die op de ervoor vastgestelde tijd aan te bieden. U moet tegen hen zeggen: Dit is het vuuroffer dat u de HEERE moet aanbieden: elke dag twee lammeren van een jaar oud, zonder enig gebrek, als een voortdurend brandoffer. Het ene lam moet u 's morgens bereiden, het andere lam moet u tegen het vallen van de avond bereiden, met een tiende efa meelbloem als graanoffer, gemengd met een kwart hin gestoten olie. Het is het voortdurende brandoffer, dat op de berg Sinaï werd ingesteld als een aangename geur, een vuuroffer voor de HEERE. Het bijbehorende plengoffer moet een kwart hin zijn per lam; in het heiligdom moet u het plengoffer van sterkedrank voor de HEERE uitgieten. En het andere lam moet u tegen het vallen van de avond bereiden. U moet het bereiden zoals het ochtendgraanoffer en als het bijbehorende plengoffer, een vuuroffer van aangename geur voor de HEERE. Maar op de sabbatdag twee lammeren van een jaar oud, zonder enig gebrek, met twee tiende efa meelbloem als graanoffer, met olie gemengd, en het bijbehorende plengoffer. Het is het sabbatsbrandoffer voor elke sabbat, naast het voortdurende brandoffer en het bijbehorende plengoffer. Ook aan het begin van elke maand moet u de HEERE een brandoffer aanbieden: twee jonge stieren – de jongen van een rund – één ram en zeven lammeren van een jaar oud, zonder enig gebrek. Verder drie tiende efa meelbloem per jonge stier als graanoffer, met olie gemengd, en twee tiende efa meelbloem als graanoffer, met olie gemengd, per ram, en een tiende efa meelbloem per lam als graanoffer, met olie gemengd. Het is een brandoffer, een aangename geur, een vuuroffer voor de HEERE. En de bijbehorende plengoffers moeten zijn: een halve hin wijn bij de jonge stier, een derde hin bij de ram, en een kwart hin bij het lam. Dit is het maandelijkse brandoffer, voor elke maand van het jaar. En één geitenbok moet als zondoffer voor de HEERE worden bereid, naast het voortdurende brandoffer met het bijbehorende plengoffer. In de eerste maand, op de veertiende dag van de maand, is het Pascha voor de HEERE, en op de vijftiende dag van deze maand is het feest; zeven dagen moeten er ongezuurde broden gegeten worden. Op de eerste dag moet er een heilige samenkomst zijn; geen enkel dienstwerk mag u dan doen. Maar u moet een vuuroffer als brandoffer aan de HEERE aanbieden: twee jonge stieren – de jongen van een rund – één ram en zeven lammeren van een jaar oud. Ze moeten zonder enig gebrek zijn. En het bijbehorende graanoffer moet meelbloem zijn, met olie gemengd; drie tiende efa moet u bij de jonge stier doen, en twee tiende bij de ram. Een tiende efa per lam moet u bij de zeven lammeren doen. Vervolgens één bok als zondoffer om verzoening voor u te doen. Naast het morgenbrandoffer, dat tot voortdurend brandoffer dient, moet u deze dingen doen. Dienovereenkomstig moet u zeven dagen lang elke dag het voedsel van het vuuroffer bereiden als een aangename geur voor de HEERE; het moet bereid worden naast het voortdurende brandoffer, met het bijbehorende plengoffer. Op de zevende dag moet u een heilige samenkomst houden; geen enkel dienstwerk mag u dan doen. Ook op de dag van de eerstelingen, als u op uw Wekenfeest de HEERE een nieuw graanoffer aanbiedt, moet u een heilige samenkomst houden; geen enkel dienstwerk mag u dan doen. Dan moet u een brandoffer aanbieden, als een aangename geur voor de HEERE: twee jonge stieren – de jongen van een rund – één ram en zeven lammeren van een jaar oud, en het bijbehorende graanoffer van meelbloem, met olie gemengd: drie tiende efa per jonge stier, twee tiende per ram, en een tiende efa per lam bij de zeven lammeren. Vervolgens één geitenbok om verzoening voor u te doen. Naast het voortdurende brandoffer en het bijbehorende graanoffer moet u deze dingen doen. Ze moeten voor u zonder enig gebrek zijn, en vergezeld gaan van de bijbehorende plengoffers.

Numeri 28:1-31 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

De HERE sprak tot Mozes: Gebied de Israëlieten en zeg tot hen: Gij zult zorg dragen mijn offergave, mijn spijze, als mijn vuuroffers, een liefelijke reuk voor Mij, op de bepaalde tijd aan Mij te brengen. Zeg dan tot hen: Dit is het vuuroffer, dat gij de HERE brengen zult: twee gave, éénjarige schapen per dag als dagelijks brandoffer; het ene schaap zult gij des morgens bereiden, het andere schaap zult gij in de avondschemering bereiden. Daarbij een tiende efa fijn meel tot een spijsoffer, aangemaakt met een vierde hin gestoten olie. Het is het dagelijks brandoffer, dat op de berg Sinai ingesteld is tot een liefelijke reuk, een vuuroffer voor de HERE. En het bijbehorend plengoffer zal zijn een vierde hin voor elk schaap; pleng een plengoffer van bedwelmende drank in het heiligdom voor de HERE. En het andere schaap zult gij in de avondschemering bereiden; gelijk het spijsoffer des morgens en gelijk het bijbehorend plengoffer zult gij het bereiden, een vuuroffer van liefelijke reuk voor de HERE. En op de sabbatdag twee gave, éénjarige schapen en twee tienden fijn meel als spijsoffer, aangemaakt met olie, en het bijbehorend plengoffer. Het is het brandoffer van de sabbat op elke sabbat boven het dagelijks brandoffer en het bijbehorend plengoffer. En bij het begin uwer maanden zult gij de HERE een brandoffer brengen: twee jonge stieren, één ram, zeven gave, éénjarige schapen; en drie tienden fijn meel als spijsoffer, aangemaakt met olie, bij elke stier; en twee tienden fijn meel als spijsoffer, aangemaakt met olie, bij de éne ram; en telkens een tiende fijn meel als spijsoffer, aangemaakt met olie, bij elk schaap; een brandoffer, een liefelijke reuk, een vuuroffer voor de HERE. En de bijbehorende plengoffers zullen bestaan uit een halve hin wijn bij een stier, en een derde hin bij een ram, en een vierde hin bij een schaap. Dit is het maandelijks brandoffer in elke maand van de maanden des jaars. En één geitebok zal tot een zondoffer voor de HERE bereid worden met het bijbehorend plengoffer boven het dagelijks brandoffer. En in de eerste maand, op de veertiende dag der maand, zal het Pascha voor de HERE zijn. Op de vijftiende dag dier maand zal er een feest zijn; zeven dagen lang zullen ongezuurde broden worden gegeten. Op de eerste dag zal er een heilige samenkomst zijn, gij zult generlei slaafse arbeid verrichten. En gij zult de HERE een vuuroffer, een brandoffer brengen; twee jonge stieren, één ram en zeven éénjarige schapen; gaaf zullen zij zijn. Het bijbehorend spijsoffer, fijn meel aangemaakt met olie, drie tienden bij een stier en twee tienden bij de ram, zult gij bereiden; telkens een tiende zult gij bereiden bij elk van de zeven schapen. Voorts één bok als zondoffer om over u verzoening te doen; ongeacht het morgenbrandoffer, dat tot het dagelijks brandoffer behoort, zult gij deze bereiden. Dienovereenkomstig zult gij dagelijks gedurende zeven dagen de spijze van het vuuroffer, een liefelijke reuk voor de HERE, bereiden; boven het dagelijks brandoffer zal het bereid worden met het bijbehorend plengoffer. En op de zevende dag zult gij een heilige samenkomst hebben, gij zult generlei slaafse arbeid verrichten. En op de dag der eerstelingen, wanneer gij een nieuw spijsoffer de HERE brengen zult, op uw feest der weken, zult gij een heilige samenkomst hebben, gij zult generlei slaafse arbeid verrichten. Dan zult gij een brandoffer brengen tot een liefelijke reuk voor de HERE: twee jonge stieren, één ram, zeven éénjarige schapen; en het bijbehorend spijsoffer: fijn meel aangemaakt met olie, drie tienden bij elke stier, twee tienden bij de éne ram, telkens een tiende bij elk van de zeven schapen; één geitebok om over u verzoening te doen. Gij zult het ongeacht het dagelijks brandoffer en het bijbehorend spijsoffer bereiden, zij zullen gaaf zijn met de bijbehorende plengoffers.

Numeri 28:1-31 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)

Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: Gebied den kinderen Israëls, en zeg tot hen: Mijn offerande, Mijn spijze voor Mijn vuurofferen, Mijn liefelijken reuk, zult gij waarnemen, om Mij te offeren op zijn gezetten tijd. En gij zult tot hen zeggen: Dit is het vuuroffer, hetwelk gij den HEERE offeren zult: twee volkomen eenjarige lammeren des daags, tot een gedurig brandoffer. Het ene lam zult gij bereiden des morgens; en het andere lam zult gij bereiden tussen de twee avonden. En een tiende deel ener efa meelbloem, ten spijsoffer, gemengd met het vierendeel van een hin van gestoten olie. Het is het gedurig brandoffer, hetwelk op den berg Sinaï ingesteld was tot een liefelijken reuk, een vuuroffer den HEERE. En zijn drankoffer zal zijn het vierendeel van een hin, voor het ene lam; in het heiligdom zult gij het drankoffer des sterken dranks den HEERE offeren. En het andere lam zult gij bereiden tussen de twee avonden; gelijk het spijsoffer des morgens, en gelijk zijn drankoffer zult gij het bereiden, ten vuuroffer des liefelijken reuks den HEERE. Maar op den sabbatdag twee volkomen eenjarige lammeren, en twee tienden meelbloem, ten spijsoffer, met olie gemengd, mitsgaders zijn drankoffer. Het is het brandoffer des sabbats op elken sabbat, boven het gedurig brandoffer, en zijn drankoffer. En in de beginselen uwer maanden zult gij een brandoffer den HEERE offeren: twee jonge varren, en een ram, zeven volkomen eenjarige lammeren; En drie tienden meelbloem ten spijsoffer, met olie gemengd, tot den enen var; en twee tienden meelbloem ten spijsoffer, met olie gemengd, tot den enen ram; En tot elk een tiende deel meelbloem ten spijsoffer, met olie gemengd, tot het ene lam; het is een brandoffer tot een liefelijken reuk, een vuuroffer, den HEERE. En hun drankofferen zullen zijn de helft van een hin tot een var, en een derde deel van een hin tot een ram, en een vierendeel van een hin van wijn tot een lam; dat is het brandoffer der nieuwe maan in elke maand, naar de maanden des jaars. Daartoe zal een geitenbok ten zondoffer den HEERE, boven het gedurige brandoffer, bereid worden, met zijn drankoffer. En in de eerste maand, op den veertienden dag der maand, is het pascha den HEERE. En op den vijftienden dag derzelve maand is het feest; zeven dagen zullen ongezuurde broden gegeten worden. Op den eersten dag zal een heilige samenroeping zijn; geen dienstwerk zult gijlieden doen; Maar gij zult een vuuroffer ten brandoffer den HEERE offeren: twee jonge varren, en een ram, daartoe zeven eenjarige lammeren; volkomen zullen zij u zijn. En hun spijsoffer zal zijn meelbloem, met olie gemengd; drie tienden tot een var, en twee tienden tot een ram zult gij bereiden. Tot elk zult gij een tiende deel bereiden tot een lam, tot die zeven lammeren toe. Daarna een bok ten zondoffer, om over ulieden verzoening te doen. Behalve het morgenbrandoffer, hetwelk tot een gedurig brandoffer is, zult gij deze dingen bereiden. Achtervolgens deze dingen zult gij des daags, zeven dagen lang, de spijze des vuuroffers bereiden tot een liefelijken reuk den HEERE; boven dat gedurig brandoffer zal het bereid worden, met zijn drankoffer. En op den zevenden dag zult gij een heilige samenroeping hebben; geen dienstwerk zult gij doen. Insgelijks op den dag der eerstelingen, als gij een nieuw spijsoffer den HEERE zult offeren naar uw weken, zult gij een heilige samenroeping hebben; geen dienstwerk zult gij doen. Dan zult gij den HEERE een brandoffer ten liefelijken reuk offeren: twee jonge varren, een ram, zeven eenjarige lammeren; En hun spijsoffer van meelbloem, met olie gemengd: drie tienden tot een var, twee tienden tot een ram; Tot elk een tiende tot een lam, tot die zeven lammeren toe; Een geitenbok, om voor u verzoening te doen. Behalve het gedurig brandoffer, en zijn spijsoffer, zult gij ze bereiden; zij zullen u volkomen zijn met hun drankofferen.

Numeri 28:1-31 Het Boek (HTB)

De HERE gaf Mozes de volgende instructies om aan de Israëlieten door te geven: ‘De offers die u op het altaar verbrandt voor Mij, zijn mijn voedsel en doen Mij een groot genoegen. Zorg er daarom voor dat zij regelmatig worden geofferd op de manier, die Ik heb voorgeschreven. Als u Mij een brandoffer brengt, moet u eenjarige lammeren zonder gebrek nemen. Elke dag moeten twee lammeren worden geofferd als een regelmatig brandoffer. Het ene ʼs morgens, het andere tegen de avond. Bij die lammeren moet ook een spijsoffer van 2,2 liter meelbloem gemengd met 0,9 liter olie, worden geofferd. Dit is het brandoffer, dat op de berg Sinaï is ingesteld om regelmatig te worden geofferd als een aangename geur, een vuuroffer voor de HERE. Daarbij zal ook het drankoffer, 0,9 liter sterke wijn per lam, worden geofferd door het in het heiligdom voor de HERE uit te gieten. Offer het tweede lam tegen de avond met hetzelfde spijs- en drankoffer. Ook dat is een aangename geur voor de HERE, een offer gebracht met vuur. Op de sabbat moeten—naast de normale offers—twee eenjarige lammeren worden geofferd. Zij moeten vergezeld gaan van een spijsoffer van 4,4 liter fijn meel vermengd met olie en het gewone drankoffer. Op de eerste dag van een nieuwe maand zal een extra brandoffer aan de HERE worden gebracht. Dat offer moet bestaan uit twee jonge stieren, een ram en zeven eenjarige lammeren, allemaal zonder gebreken. Bij elke stier moet een spijsoffer worden gebracht van 6,6 liter meelbloem, gemengd met olie. Het spijsoffer voor de ram moet bestaan uit 4,4 liter meelbloem, vermengd met olie. Het spijsoffer voor elk lam zal bestaan uit 2,2 liter meelbloem, gemengd met olie. Dit brandoffer zal met vuur worden geofferd en erg aangenaam zijn voor de HERE. Samen met elk offer zal een drankoffer worden gebracht: 1,8 liter wijn voor elke jonge stier, 1,2 liter voor de ram en 0,9 liter voor elk lam. Dit offer zal elke maand van het jaar worden gebracht. Op de eerste dag van een nieuwe maand zult u ook een bok als zondoffer aan de HERE offeren. Dit offer staat apart van het dagelijkse brandoffer en het begeleidende drankoffer. Op de veertiende dag van de eerste maand van elk jaar moet u Pesach, het Paasfeest, vieren. De volgende dag begint een groots en blij feest van zeven dagen, waarbij uitsluitend ongezuurd brood mag worden gegeten. Op de eerste dag van dit feest moet een heilige samenkomst voor het hele volk worden gehouden en die dag mag geen zwaar werk worden verricht. U zult de HERE dan een brandoffer brengen van twee jonge stieren, een ram en zeven eenjarige lammeren, allemaal zonder gebreken. Bij elke stier zal een spijsoffer van 6,6 liter fijn meel, gemengd met olie, worden gebracht; bij de ram 4,4 liter; en bij elk van de zeven lammeren 2,2 liter fijn meel. U moet ook een bok offeren als zondoffer om verzoening voor uzelf te doen. Deze offers worden naast de gewone dagelijkse morgenoffers gebracht. Ditzelfde offer zal elk van de zeven dagen van het feest worden gebracht, zij zullen de HERE zeer aangenaam zijn. Op de zevende dag moet opnieuw een heilige samenkomst voor het hele volk worden gehouden, ook die dag mag u geen zwaar werk verrichten. Tijdens het Wekenfeest moet een heilige samenkomst voor het hele volk worden gehouden om de nieuwe oogst te vieren. Die dag moet u de eerste opbrengsten van de graanoogst als spijsoffer aan de HERE offeren, niemand mag dan zwaar werk verrichten. Die dag zal een speciaal brandoffer, dat zeer aangenaam is in de ogen van de HERE, worden gebracht. Het moet bestaan uit twee jonge stieren, een ram en zeven eenjarige lammeren. Deze zullen vergezeld gaan van uw spijsoffer van 6,6 liter fijn meel, gemengd met olie, bij elke stier; 4,4 liter bij de ram en 2,2 liter bij elk van de zeven lammeren. Offer ook een bok om verzoening voor uzelf te doen. Deze speciale offers staan los van de dagelijkse brandoffers, spijsoffer en drankoffers. Zorg ervoor dat de dieren die u offert, geen gebreken hebben.’

Numeri 28:1-31 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)

De Heer zei tegen Mozes: "Zeg tegen de Israëlieten dat ze Mij elke dag, op de tijd die Ik heb genoemd, mijn offers brengen. Ze moeten elke dag op tijd de brand-offers en meel-offers offeren. Als ze dat doen, zal Ik blij zijn met hun offers. Zeg tegen hen: Elke dag moeten jullie Mij de volgende offers geven. Twee gezonde mannetjes-schapen van één jaar voor het dagelijks brand-offer. Het ene schaap moeten jullie 's morgens offeren, het andere schaap 's avonds. Daarbij moeten jullie 1/10 efa [ (2,2 liter) ] fijn meel offeren, gemengd met ¼ hin [ (0,9 liter) ] olijf-olie. Het is het dagelijkse brand-offer waarover Ik op de Sinaï gesproken heb. Als jullie het zó doen, ben Ik blij met het offer. Bij elk schaap hoort een wijn-offer van ¼ hin wijn [ (0,9 liter) ]. Giet dat voor Mij uit in het heiligdom. Het andere schaap moeten jullie 's avonds offeren. Jullie moeten dat op dezelfde manier offeren als het schaap dat jullie 's morgens hebben geofferd. Offer het met het meel-offer en het wijn-offer die daarbij horen. Als jullie het zó doen, ben Ik er blij mee. Op de heilige rustdag moeten jullie twee gezonde mannetjes-schapen van één jaar offeren, met een meel-offer van 2/10 efa [ (4,4 liter) ] fijn meel, gemengd met olijf-olie, en het wijn-offer dat daarbij hoort. Het is het brand-offer van de heilige rustdag. Het is een extra offer bij het dagelijkse brand-offer, met het wijn-offer dat daarbij hoort." [ De Heer zei tegen Mozes: ] "Aan het begin van elke nieuwe maand moeten jullie Mij een brand-offer geven van twee jonge stieren, één mannetjes-schaap en zeven gezonde vrouwtjes-schapen van één jaar. Bij elke stier hoort een meel-offer van 3/10 efa [ (6,6 liter) ] fijn meel, gemengd met olijf-olie. Bij het mannetjes-schaap hoort een meel-offer van 2/10 efa [ (4,4 liter) ] fijn meel, gemengd met olijf-olie. En bij elk vrouwtjes-schaap hoort een meel-offer van 1/10 efa [ (2,2 liter) ] fijn meel, gemengd met olijf-olie. Als jullie het zó doen, ben Ik blij met het offer. En de wijn-offers die daarbij horen zijn een ½ hin [ (1,8 liter) ] wijn bij elke stier, en ⅓ hin [ (1,2 liter) ] wijn bij elk mannetjes-schaap en ¼ hin [ (0,9 liter) ] wijn bij elk vrouwtjes-schaap. Dit is het maandelijkse offer bij elke nieuwe maand van het jaar. Daarbij moet één mannetjes-geit als vergevings-offer aan Mij geofferd worden, met het wijn-offer dat daarbij hoort. Het zijn extra offers bij de dagelijkse brand-offers. Op de 14e dag van de eerste maand moeten jullie het Paasfeest voor Mij vieren. Op de 15e dag van die maand moet er een feest zijn. Zeven dagen lang moeten jullie ongegist brood eten. Op de eerste dag moet er een heilige bijeenkomst zijn. Niemand mag op die dag werken. Jullie moeten aan Mij een brand-offer offeren van twee jonge stieren, één mannetjes-schaap en zeven vrouwtjes-schapen van één jaar. Alle dieren moeten helemaal gezond zijn. Er hoort een meel-offer bij van fijn meel, gemengd met olijf-olie. Je moet daarvan 3/10 efa [ (6,6 liter) ] bij elke stier en 2/10 efa [ (4,4 liter) ] bij het mannetjes-schaap offeren. En bij elk van de zeven schapen moet je steeds 1/10 efa [ (2,2 liter) ] fijn meel offeren. Verder moet je één mannetjes-geit offeren als vergevings-offer om vergeving te krijgen. Dat zijn extra offers bij het ochtend-offer van de dagelijkse brand-offers. Jullie moeten Mij zeven dagen lang deze offers brengen. Als jullie het zó doen, ben Ik er blij mee. Het zijn extra offers bij de dagelijkse brand-offers, met de wijn-offers die daarbij horen. En op de zevende dag moet er weer een heilige bijeenkomst zijn. Op die dag mag niemand werken. Op de dag dat jullie Mij het eerste deel van de oogst komen brengen, moeten jullie ook een heilige bijeenkomst houden. Niemand mag op die dag werken. Jullie moeten Mij een brand-offer geven van twee jonge stieren, één mannetjes-schaap en zeven vrouwtjes-schapen van één jaar. Ook daarbij hoort een meel-offer van fijn meel, gemengd met olijf-olie. Bij elke stier 3/10 efa [ (6,6 liter) ], bij het mannetjes-schaap 2/10 efa [ (4,4 liter) ] en bij elk van de zeven vrouwtjes-schapen 1/10 efa [ (2,2 liter) ]. Verder moeten jullie één mannetjes-geit offeren om vergeving te krijgen. Het zijn extra offers bij de dagelijkse brand-offers, met de meel-offers die daarbij horen. Alle dieren moeten helemaal gezond zijn. Ook moeten jullie de wijn-offers brengen die daarbij horen."