Klaagliederen 3:19-33
Klaagliederen 3:19-33 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Zain. Gedenk aan mijn ellende en aan mijn ballingschap, aan den alsem en galle. Zain. Mijn ziel gedenkt er wel terdege aan, en zij bukt zich neder in mij. Zain. Dit zal ik mij ter harte nemen, daarom zal ik hopen; Cheth. Het zijn de goedertierenheden des HEEREN, dat wij niet vernield zijn, dat Zijn barmhartigheden geen einde hebben; Cheth. Zij zijn allen morgen nieuw, Uw trouw is groot. Cheth. De HEERE is mijn Deel, zegt mijn ziel, daarom zal ik op Hem hopen. Teth. De HEERE is goed dengenen, die Hem verwachten, der ziele, die Hem zoekt. Teth. Het is goed, dat men hope, en stille zij op het heil des HEEREN. Teth. Het is goed voor een man, dat hij het juk in zijn jeugd draagt. Jod. Hij zitte eenzaam, en zwijge stil, omdat Hij het hem opgelegd heeft. Jod. Hij steke zijn mond in het stof, zeggende: Misschien is er verwachting. Jod. Hij geve zijn wang dien, die hem slaat, hij worde zat van smaad. Caph. Want de Heere zal niet verstoten in eeuwigheid. Caph. Maar als Hij bedroefd heeft, zo zal Hij Zich ontfermen, naar de grootheid Zijner goedertierenheden. Caph. Want Hij plaagt of bedroeft des mensen kinderen niet van harte.
Klaagliederen 3:19-33 Herziene Statenvertaling (HSV)
Denk aan mijn ellende en mijn ontheemding, zain aan de alsem en de gal. Mijn ziel denkt er onophoudelijk aan, zain zij buigt zich neer in mij. Dit zal ik ter harte nemen, zain daarom zal ik hopen: Het is de goedertierenheid van de HEERE dat wij niet omgekomen zijn, cheth dat Zijn barmhartigheid niet opgehouden is! Nieuw zijn ze, elke morgen; cheth groot is Uw trouw! Mijn deel is de HEERE, zegt mijn ziel, cheth daarom zal ik op Hem hopen. Goed is de HEERE voor wie Hem verwacht, teth voor de ziel die Hem zoekt. Goed is het te hopen en stil te wachten teth op het heil van de HEERE. Goed is het voor een man, als hij teth een juk draagt in zijn jeugd. Laat hij eenzaam zitten en zwijgen, jod omdat Hij het hem opgelegd heeft. Laat hij zijn mond in het stof steken: jod misschien is er hoop. Laat hij zijn wang geven aan wie hem slaat, jod laat hij met smaad verzadigd worden. Want niet voor eeuwig verstoot kaph de Heere! Want wanneer Hij bedroefd heeft, zal Hij Zich ontfermen kaph naar de grootheid van Zijn goedertierenheid. Want niet van harte verdrukt Hij kaph en bedroeft Hij mensenkinderen.
Klaagliederen 3:19-33 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Gedenk aan mijn ellende en omzwerving, aan de alsem en het vergif. Zo vaak mijn ziel dit gedenkt, buigt zij zich neder in mij. Dit zal ik mij te binnen brengen, daarom zal ik hopen: Het zijn de gunstbewijzen des HEREN, dat wij niet omgekomen zijn, want zijn barmhartigheden houden niet op, elke morgen zijn zij nieuw, groot is uw trouw! Mijn ziel zegt: Mijn deel is de HERE, daarom zal ik op Hem hopen. Goed is de HERE voor wie Hem verwachten, voor de ziel die Hem zoekt; goed is het, in stilheid te wachten op het heil des HEREN; goed is het voor de man, dat hij een juk in zijn jeugd draagt. Hij zitte eenzaam en zwijge stil, als Hij het hem heeft opgelegd. Hij drukke zijn mond in het stof, misschien is er hoop. Hij biede de wang aan wie hem slaat, hij worde verzadigd van smaad. Want niet voor eeuwig verstoot de Here. Want als Hij bedroefd heeft, ontfermt Hij Zich naar de grootheid van zijn gunstbewijzen. Immers niet van harte verdrukt en bedroeft Hij de mensenkinderen.
Klaagliederen 3:19-33 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Heer, denk alstublieft aan mijn ellende, aan mijn eenzaamheid! Steeds als ik zo denk, word ik heel verdrietig. Daarom probeer ik steeds weer te bedenken: "Dankzij Gods eindeloze goedheid zijn we niet allemaal gestorven. Elke morgen is Hij opnieuw goed voor ons! U bent zo trouw!" Ik zeg bij mijzelf: "Ik ben van de Heer. Daarom zal Hij mij redden." De Heer is goed voor de mensen die op Hem vertrouwen. Het is goed om rustig te vertrouwen dat de Heer redt. Het is goed voor een mens, als hij het in zijn jeugd moeilijk heeft. Accepteer het rustig, want de Heer doet dat omdat het goed voor ons is. Protesteer niet, maar blijf nederig. Misschien is er nog hoop. Verdraag het dat je wordt geslagen, verdraag alle ellende. Want de Heer laat ons niet voor altijd in de steek. Eerst maakt Hij ons bedroefd. Maar daarna is Hij weer goed voor ons, omdat Hij zoveel van ons houdt. De Heer maakt ons niet verdrietig omdat Hij dat fijn vindt.
Klaagliederen 3:19-33 Het Boek (HTB)
Vaak denk ik aan die bitterheid en het lijden dat U mij hebt toebedeeld! Ik zal deze vreselijke jaren nooit meer vergeten, mijn ziel zal altijd in de diepste droefheid blijven leven. Toch blijf ik hopen, want ik denk: dankzij de goedheid van de HERE zijn wij niet omgekomen. Hij blijft voor ons zorgen en zijn trouw is elke dag weer nieuw. Mijn ziel beschouwt de HERE als mijn erfdeel, daarom verwacht ik alles van Hem. De HERE is wonderbaarlijk goed voor hen die op Hem wachten, voor wie naar Hem zoeken. Het is goed rustig te vertrouwen en te wachten op de hulp van de HERE. Het is goed dat een jonge man discipline wordt bijgebracht. Hij kan rustig in eenzaamheid zitten en zwijgen als God dat van hem vraagt. Dan kan hij zich ook in het stof neerwerpen, misschien is er toch nog hoop. Laat hij zijn andere wang toekeren naar hen die hem slaan en hun vreselijke beledigingen slikken, want de Here zal hem niet voor altijd verstoten. Ook al geeft God hem verdriet, toch zal Hij hem ook met medelijden behandelen als teken van zijn liefdevolle zorg. Want slechts met tegenzin drijft Hij mensen in het nauw en bezorgt Hij hen verdriet.