Genesis 10:21-32
Genesis 10:21-32 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Voorts zijn Sem zonen geboren; dezelve is ook de vader aller zonen van Heber, broeder van Jafeth, den grootste. Sems zonen waren Elam, en Assur, en Arfachsad, en Lud, en Aram. En Arams zonen waren Uz, en Hul, en Gether, en Maz. En Arfachsad gewon Selah, en Selah gewon Heber. En Heber werden twee zonen geboren; des enen naam was Peleg; want in zijn dagen is de aarde verdeeld; en zijns broeders naam was Joktan. En Joktan gewon Almodad, en Selef, en Hatsarmaveth, en Jarach, En Hadoram, en Usal, en Dikla, En Obal, en Abimaël, en Scheba, En Ofir, en Havila, en Jobab; deze allen waren zonen van Joktan. En hun woning was van Mescha af, daar gij gaat naar Sefar, het gebergte van het oosten. Deze zijn zonen van Sem, naar hun huisgezinnen, naar hun spraken, in hun landschappen, naar hun volken. Deze zijn de huisgezinnen der zonen van Noach, naar hun geboorten, in hun volken; en van dezen zijn de volken op de aarde verdeeld na den vloed.
Genesis 10:21-32 Herziene Statenvertaling (HSV)
Ook bij Sem zijn zonen geboren; hij is de voorvader van alle zonen van Heber, en de broer van Jafeth, de oudste. Sems zonen waren: Elam, Assur, Arfachsad, Lud en Aram. De zonen van Aram waren: Uz, Hul, Gether en Mas. Arfachsad verwekte Selah, en Selah verwekte Heber. Bij Heber werden twee zonen geboren; de naam van de ene was Peleg, omdat in zijn dagen de aarde verdeeld is, en de naam van zijn broer was Joktan. Joktan verwekte Almodad, Selef, Hazarmavet, Jerah, Hadoram, Uzal, Dikla, Obal, Abimaël, Sjeba, Ofir, Havila en Jobab. Zij allen waren zonen van Joktan. Hun woongebied reikte van Mesja tot in de richting van Sefar, het bergland in het oosten. Dit waren de zonen van Sem, ingedeeld naar hun geslachten en naar hun talen, met hun landen en hun volken. Dit waren de geslachten van de zonen van Noach, ingedeeld naar hun afstamming, met hun volken; van hen stammen de volken af die zich na de vloed over de aarde hebben verspreid.
Genesis 10:21-32 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
En aan Sem, de vader van alle zonen van Eber, de oudere broeder van Jafet, werden eveneens (zonen) geboren. De zonen van Sem waren Elam, Assur, Arpaksad, Lud en Aram. En de zonen van Aram waren: Us, Chul, Geter en Mas. En Arpaksad verwekte Selach, en Selach verwekte Eber. En aan Eber werden twee zonen geboren; de naam van de ene was Peleg, want in zijn dagen werd de aarde verdeeld, en de naam van zijn broeder was Joktan. En Joktan verwekte Almodad, Selef, Chasarmawet, Jerach, Hadoram, Uzal, Dikla, Obal, Abimaël, Seba, Ofir, Chawila en Jobab; deze allen waren de zonen van Joktan. En hun woonplaats strekte zich uit van Mesa in de richting van Sefar, het gebergte in het Oosten. Dit waren de zonen van Sem naar hun geslachten, naar hun talen, in hun landen, naar hun volken. Dit zijn de geslachten der zonen van Noach naar hun afstammingen, in hun volken. En van dezen verdeelden zich de volken op de aarde na de vloed.
Genesis 10:21-32 Het Boek (HTB)
Eber was een afstammeling van Sem, de oudste broer van Jafet. Hier volgen de zonen van Sem: Elam, Assur, Arpachsad, Lud en Aram. De zonen van Aram waren Us, Chul, Geter en Mas. De zoon van Arpachsad heette Selach en diens zoon heette Eber. Eber kreeg twee zonen: Peleg (dat betekent Verdeeldheid, tijdens zijn leven verdeelde God de talen van de mensen) en Joktan. Joktan was de vader van Almodad, Selef, Chasarmawet, Jerach, Hadoram, Uzal, Dikla, Obal, Abimaël, Seba, Ofir, Chawila en Jobab. De afstammelingen van Joktan leefden in het gebied tussen Mescha en het in het oosten gelegen gebergte van Sefar. Al deze mensen waren afstammelingen van Sem, verdeeld per geslacht, taal, land en volk. Dit was het geslachtsregister van Noach en zijn zonen. Door de geslachten heen verspreidden hun afstammelingen zich over de aarde en vormden zo de volken.
Genesis 10:21-32 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Ook Sem, de broer van Jafet, kreeg zonen. Sem was de oudste zoon [ van Noach ]. Sem was de overgrootvader van Heber. De zonen van Sem waren: Elam, Assur, Arpachsad, Lud en Aram. De zonen van Aram waren: Uz, Hul, Geter en Mas. Arpachsad kreeg een zoon: Sela. Sela kreeg een zoon: Heber. Heber kreeg twee zonen: de ene heette Peleg [ (= 'scheiding') ], want in zijn tijd werd de aarde gedeeld. De andere zoon, de broer van Peleg, heette Joktan. De zonen van Joktan waren: Almodad, Selef, Hazarmavet, Jera, Hadoram, Uzal, Dikla, Obal, Abimaël, Scheba, Ofir, Havila en Jobab. Dat waren de zonen van Joktan. Ze woonden vanaf Mescha naar het oosten, in de richting van de bergen van Sefar. Dit waren de zonen van Sem. Ze woonden in verschillende gebieden, verdeeld volgens hun stammen en families, met allemaal een eigen taal. Dit zijn de families van de zonen van Noach. Deze families werden volken, die zich na de grote overstroming over de aarde verspreidden.