Daniël 1:18-19
Daniël 1:18-19 Het Boek (HTB)
Na de opleidingsperiode van drie jaar bracht Aspenaz de jongemannen naar de koning. Met ieder van hen had koning Nebukadnezar een lang gesprek, maar niemand maakte meer indruk op hem dan Daniël, Hananja, Misaël en Azarja. Daarom nam hij ze als adviseurs in dienst.
Daniël 1:18-19 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Ten einde nu der dagen, waarvan de koning gezegd had, dat men hen zou inbrengen, zo bracht ze de overste der kamerlingen in voor het aangezicht van Nebukadnezar, En de koning sprak met hen; doch er werd uit hen allen niemand gevonden, gelijk Daniël, Hananja, Misaël en Azarja; en zij stonden voor het aangezicht des konings.
Daniël 1:18-19 Herziene Statenvertaling (HSV)
Aan het einde van de dagen waarvan de koning had gezegd dat men hen moest laten komen, liet het hoofd van de hovelingen hen bij koning Nebukadnezar komen. De koning sprak met hen. Maar onder hen allen werd niemand gevonden als Daniël, Hananja, Misaël en Azarja. Zij traden in dienst van de koning.
Daniël 1:18-19 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Na verloop nu van de dagen die de koning had vastgesteld voor men hen ten hove zou doen verschijnen, bracht de overste der hovelingen hen in de tegenwoordigheid van Nebukadnessar. De koning sprak met hen; en onder die allen werd niemand gevonden gelijk Daniël, Chananja, Misaël en Azarja, en dezen traden in dienst bij de koning.
Daniël 1:18-19 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Na de door de koning afgesproken tijd [ van drie jaar ] moesten de jongemannen bij de koning komen. Aspenaz bracht hen naar koning Nebukadnezar. De koning sprak met hen, en geen één van de andere jongemannen was te vergelijken met Daniël, Hananja, Misaël en Azarja. Daarom kwamen zij in dienst van de koning.