2 Timotheüs 1:3-7
2 Timotheüs 1:3-7 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Ik dank God, Wien ik diene van mijn voorouderen aan in een rein geweten, gelijk ik zonder ophouden uwer gedachtig ben in mijn gebeden nacht en dag; Zeer begerig zijnde om u te zien, als ik gedenk aan uw tranen, opdat ik met blijdschap moge vervuld worden; Als ik mij in gedachtenis breng het ongeveinsd geloof, dat in u is, hetwelk eerst gewoond heeft in uw grootmoeder Loïs, en in uw moeder Eunice; en ik ben verzekerd, dat het ook in u woont. Om welke oorzaak ik u indachtig maak, dat gij opwekt de gave Gods, die in u is, door de oplegging mijner handen. Want God heeft ons niet gegeven een geest der vreesachtigheid, maar der kracht, en der liefde, en der gematigdheid.
2 Timotheüs 1:3-7 Herziene Statenvertaling (HSV)
Ik dank God, Die ik van mijn voorouders aan dien met een rein geweten, terwijl ik zonder ophouden aan u denk in mijn gebeden, nacht en dag. Wanneer ik aan uw tranen denk, verlang ik er vurig naar u te zien, om met blijdschap vervuld te worden. Daarbij herinner ik mij het ongeveinsde geloof dat in u is en dat eerst gewoond heeft in uw grootmoeder Loïs en in uw moeder Eunike. En ik ben ervan overtuigd dat het ook in u woont. Daarom herinner ik u eraan de genadegave van God die in u is door de oplegging van mijn handen, aan te wakkeren. Want God heeft ons niet gegeven een geest van vreesachtigheid, maar van kracht en liefde en bezonnenheid.
2 Timotheüs 1:3-7 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Ik breng dank aan God, die ik, evenals mijn voorouders, met een rein geweten dien, dat ik u onophoudelijk mag gedenken in mijn gebeden, nacht en dag; immers, als ik denk aan uw tranen, verlang ik u te zien om met blijdschap vervuld te worden; en dan komt mij voor de geest uw ongeveinsd geloof, zoals het eerst gewoond heeft in uw grootmoeder Loïs en uw moeder Eunike, en ook – daarvan ben ik overtuigd – (woont) in u. Om die reden herinner ik u eraan, de gave Gods aan te wakkeren, die door mijn handoplegging in u is. Want God heeft ons niet gegeven een geest van lafhartigheid, maar van kracht, van liefde en van bezonnenheid.
2 Timotheüs 1:3-7 Het Boek (HTB)
Net als mijn voorouders dien ik God met een zuiver geweten. Ik dank Hem ervoor dat ik dag en nacht voor jou kan bidden. Wat zou ik het fijn vinden je weer eens te zien! Wat zou dat mij gelukkig maken! Want ik herinner mij je tranen, toen wij afscheid van elkaar namen. Ik weet hoe je op de Here vertrouwde, net als je moeder Eunike en je grootmoeder Loïs, ik ben ervan overtuigd dat je geloof niet verzwakt is. Daarom dring ik erop aan dat je de gave van God, die je ontving toen ik je de handen oplegde, zult ontwikkelen. Want God geeft ons niet een lafhartige geest, maar een sterke geest vol liefde en bedachtzaamheid.
2 Timotheüs 1:3-7 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Ik dien God met een zuiver geweten, net zoals mijn voorouders hebben gedaan. En dag en nacht bid ik voor jou. Dan dank ik God voor je. Als ik denk aan je tranen [ toen we afscheid van elkaar namen ], verlang ik ernaar om je weer te zien. Want dat zou mij heel erg blij maken. Ik moet steeds denken aan je eerlijke geloof, zoals je oma Loïs en je moeder Eunice ook hadden. Ik weet zeker dat jij hetzelfde geloof hebt als zij. Doe daarom je best om de gave die je van God hebt gekregen, verder te ontwikkelen. Die gave heb je gekregen toen ik je de handen oplegde. God heeft ons geen geest van angst gegeven, maar een geest van kracht, liefde en zelfbeheersing.