Psalmen 78:32-39

Psalmen 78:32-39 HTB

Maar zij leerden hier niets van. Zij gingen door met zondigen en vertrouwden niet op God, wiens wonderen zij hadden gezien. Toen bracht Hij dood en verderf onder hen. Pas wanneer Hij hen doodde, gingen zij weer naar Hem vragen. Dan zochten zij hun God en bekeerden zich. Dan dachten zij er pas weer aan dat God hun rots was en dat God, de Allerhoogste, hen bevrijdde. Maar zij logen en bedrogen Hem met wat zij zeiden. Zij bleven niet bij Hem en waren Gods verbond al weer ontrouw. Maar de barmhartige God vergaf hun zonden en vernietigde hen niet. Vele malen nam Hij zijn woede van hen weg en vergold hun zonden niet. Hij dacht eraan dat zij maar mensen waren, vluchtige ademtochten die niet meer terugkomen.