Op weg naar Jeruzalem kwam Jezus bij de grens tussen Galilea en Samaria. Toen Hij een dorp binnenging, liepen tien melaatse mannen Hem tegemoet. Ze bleven op een afstand staan en riepen: ‘Meester! Jezus! Heb medelijden met ons!’ Hij keek hen aan en zei: ‘Ga naar de priester om te laten zien dat u genezen bent.’ Terwijl ze gingen, verdween hun melaatsheid. Een van hen kwam bij Jezus terug en juichte: ‘Wat is God goed! Ik ben genezen!’ Hij viel uit eerbied languit voor Jezus neer, met zijn gezicht in het stof. En hij dankte Hem voor wat Hij had gedaan. Deze man was een Samaritaan. Jezus vroeg: ‘Zijn niet al die tien mannen genezen? Waar zijn de negen anderen?
Lees Lucas 17
Luisteren Lucas 17
Delen
Alle vertalingen vergelijken: Lucas 17:11-17
Sla Bijbelteksten op, lees offline, bekijk onderwijsvideo's en meer!
Thuisscherm
Bijbel
Leesplannen
Video's