En toen Hij zijn enige Zoon naar de aarde zond, zei Hij: ‘Laten alle engelen van God Hem aanbidden.’ God zegt van zijn engelen: ‘De windrichtingen zijn zijn engelen en het vlammende vuur dient Hem.’ Maar van zijn Zoon zegt Hij: ‘Uw troon, o God, staat tot in eeuwigheid vast, uw bewind is een rechtvaardig bewind. U houdt van rechtvaardigheid en haat wetteloosheid. Daarom heeft uw God, o God, U met meer blijdschap overgoten dan iemand anders.’ Hij wordt ook Here genoemd, als er staat: ‘Here, in het begin hebt U de aarde gemaakt en ook de hemel was uw werk. Eens zullen die vergaan, maar U blijft voor altijd. Zij zullen eens versleten zijn als een stel oude kleren, op een dag zult U ze oprollen en door nieuwe vervangen. Maar U zult Zelf nooit veranderen, aan uw bestaan komt geen einde.’ Heeft God ooit tegen een engel gezegd, zoals tegen zijn Zoon: ‘Kom naast Mij zitten, aan mijn rechterhand, totdat Ik uw vijanden aan U onderworpen heb’? Nee, want de engelen zijn geesten die God dienen en die Hij erop uitstuurt om de mensen die gered worden, te helpen.
Lees Hebreeën 1
Luisteren Hebreeën 1
Delen
Alle vertalingen vergelijken: Hebreeën 1:6-14
Sla Bijbelteksten op, lees offline, bekijk onderwijsvideo's en meer!
Thuisscherm
Bijbel
Leesplannen
Video's