Exodus 15:22-26

Exodus 15:22-26 HTB

Toen liet Mozes de Israëlieten bij de Rietzee opbreken en zij trokken verder naar de woestijn Sur. Drie dagen lang trokken zij door die woestijn zonder water te vinden. Zij kwamen aan in Mara, maar konden het water daar niet drinken omdat het bitter was. Daarom noemden zij die plaats ook Mara (Bitter). Het volk keerde zich als één man tegen Mozes en zei: ‘Waar halen wij nu water vandaan?’ Mozes vroeg hulp aan de HERE en de HERE wees hem een stuk hout aan, Mozes wierp het in het water en het werd zoet. Daar bij Mara legde de HERE een aantal regels aan het volk op om te zien hoever hun toewijding ging. Hij zei: ‘Als u naar de stem van de HERE, uw God, luistert, Hem gehoorzaamt en doet wat recht is in zijn ogen, zal Ik u niet laten lijden onder de straffen die Ik de Egyptenaren heb gegeven. Want Ik, de HERE, ben uw Heelmeester.’