Deuteronomium 2:1-7

Deuteronomium 2:1-7 HTB

‘Vervolgens gingen wij via de woestijn terug in de richting van de Rietzee, want dat had de HERE mij opgedragen. Wij zwierven een lange tijd rond in de omgeving van de berg Seïr. Eindelijk zei de HERE: “U bent hier nu lang genoeg geweest. Trek in noordelijke richting. Breng het volk ervan op de hoogte dat het door het land zal trekken dat aan zijn broeders, de Edomieten, de afstammelingen van Esau, die in Seïr wonen, behoort. De Edomieten zullen bang voor u worden, maar u mag geen vijandelijkheden uitlokken! Ik heb hun het land rond de berg Seïr in bezit gegeven. Betaal hun voor het water en voedsel dat u gebruikt. De HERE, uw God, heeft u gezegend en beschermd gedurende de veertig jaar die u in de woestijn rondzwierf, Hij hielp u en in al die tijd bent u niets tekort gekomen.”