Maar wat ons schip betreft, dat zal op een of ander eiland aan de grond lopen.’ Wij dreven inmiddels al veertien dagen rond op de Middellandse Zee. Omstreeks middernacht meende de bemanning in de verte een branding te horen. Daar zou dus land kunnen zijn. Ze gooiden het dieplood uit en peilden zevenendertig meter. Even later deden ze dat nog eens: achtentwintig meter! Omdat zij bang waren ergens op de rotsen te lopen, gooiden ze van het achterschip vier ankers uit en baden of het licht mocht worden. De bemanning probeerde even later het schip te verlaten en streek de sloep, zogenaamd om ook van het voorschip ankers uit te gooien. Maar Paulus waarschuwde de officier en de soldaten: ‘Als de bemanning niet aan boord blijft, zal niemand dit overleven.’ Daarop kapten de soldaten de touwen van de sloep en lieten hem wegdrijven. Tegen de morgen spoorde Paulus allen aan iets te eten. ‘U wacht nu al veertien dagen op beter weer. Ondertussen hebt u niets gegeten. Toe, eet wat! Uw leven hangt ervan af. Er zal geen haar op uw hoofd gekrenkt worden.’ Daarna nam Paulus een brood en dankte God ervoor in het bijzijn van alle anderen. Hij brak er een stuk af en begon te eten. De stemming aan boord werd ineens een stuk beter en iedereen begon te eten. We waren in totaal met tweehonderdzesenzeventig mensen. Nadat wij hadden gegeten, maakte de bemanning het schip lichter door de lading graan overboord te zetten. Toen het goed en wel licht was, herkenden zij de kust niet. Ze zagen wel een inham met een strand en wilden proberen het schip daar aan de grond te laten lopen. Zij kapten de ankertrossen, lieten de stuurriemen zakken en hesen het voorzeil. Toen het schip vaart begon te maken, stuurden ze aan op de kust, maar bleven op een zandbank steken. De boeg zat zo vast als een huis en het achterschip werd door de oplopende golven stukgeslagen. Om te voorkomen dat sommige gevangenen naar de kust zouden zwemmen en ontsnappen, wilden de soldaten hen allemaal doden. Maar de officier verbood het omdat hij Paulus wilde sparen. Hij gaf bevel dat iedereen aan land moest zien te komen. Wie konden zwemmen, moesten het eerst overboord springen. De rest zou volgen op planken of wrakhout. Iedereen kwam veilig aan land.
Handelingen 27 lezen
Luister naar Handelingen 27
Delen
Alle vertalingen vergelijken: Handelingen 27:26-44
5 dagen
Als je dicht bij Christus wil leven, zul je je automatisch nauwer verbonden voelen met het verhaal van de vervolgde kerk. In dit leesplan wil Jurjen ten Brinke je niet alleen laten ontdekken hoe het geloof van verdrukte christenen elders is, maar je ook aanmoedigen naar geloofsverdieping in je eigen leven.
10 dagen
Dit leesplan maakt je wakker voor wat God jou, zijn beminde, wil geven in de nacht. Het laat je zien wat de Bijbel zegt over slaap en wat je kan verhinderen daarvan. Het zal je hongerig maken naar dromen van God, helpen te genieten van Gods aanwezigheid tijdens de nacht om te ontvangen wat Hij in petto heeft voor jou. Ben je klaar om wakker te worden voor de nacht?
In deel 2 van dit luisterplan 'Balans' door Agnes Huizenga, worden meerdere uitersten tegenover elkaar geplaatst, waarin je balans nodig hebt. Conservatief en radicaal bijvoorbeeld. Welke van de twee was Jezus?
12 dagen
We kennen allemaal momenten in ons leven waar het figuurlijk stormt. Al onze zekerheden brokkelen af, we vragen ons verward af wat Gods bedoeling met dit alles is en wanneer de storm gaat liggen. Dit leesplan geeft je waardevolle tips om in zo’n situatie stand te houden. Deze tips zijn gebaseerd op een waargebeurd verhaal uit het Bijbelboek Markus.
Sla Bijbelteksten op, lees offline, bekijk onderwijsvideo's en meer!
Thuisscherm
Bijbel
Leesplannen
Video's