Deze ramp kwam over het volk Israël als gevolg van de afgodendienst die de Israëlieten beoefenden. Zij zondigden op die manier immers tegen de HERE, hun God, die hen had gered uit de slavernij van de farao in Egypte. Zij hadden de goddeloze gewoonten overgenomen van de volken die de HERE voor hen had verjaagd. De Israëlieten zondigden tegen de HERE, hun God, door zijn Woord te verdraaien en door in het hele land altaren te bouwen voor afgoden. Zij hadden heilige stenen en afgodsbeelden op elke heuvel en onder elke groene boom neergezet. Bovendien verbrandden zij reukwerk voor de goden van dezelfde volken die de HERE uit het land had verjaagd toen de Israëlieten er binnenkwamen. De Israëlieten hadden vele goddeloze dingen gedaan en daarom was de HERE beledigd en was zijn toorn opgewekt. Ja, zij aanbaden afgoden, ondanks de duidelijke en herhaalde waarschuwingen van de HERE. Steeds weer had de HERE profeten gestuurd om zowel Israël als Juda te waarschuwen dat zij zich moesten bekeren van hun zonden. Hij had hun gezegd dat zij de geboden die Hij hun voorouders had gegeven en door deze profeten in herinnering had gebracht, moesten gehoorzamen.
Lees 2 Koningen 17
Luisteren 2 Koningen 17
Delen
Alle vertalingen vergelijken: 2 Koningen 17:7-13
Sla Bijbelteksten op, lees offline, bekijk onderwijsvideo's en meer!
Thuisscherm
Bijbel
Leesplannen
Video's