1 Thessalonicenzen 4:1-12

1 Thessalonicenzen 4:1-12 HTB

Broeders en zusters, wat uw dagelijkse leven betreft vragen wij u dringend in de naam van onze Here Jezus om u zo te gedragen dat God er vreugde aan beleeft. U deed dat al, maar wij vragen u dringend dat nog meer te doen. U weet toch wel dat wij u in opdracht van de Here Jezus dit duidelijk hebben verteld? God wil namelijk dat u Hem helemaal toebehoort en dat u zich ver houdt van elke vorm van ontucht. Ieder van u moet zijn lichaam beheersen, zodat het niet onteerd wordt, maar aan God toebehoort. Geef niet toe aan uw hartstochten en begeerten, zoals gebeurt bij mensen die God niet kennen. Benadeel en bedrieg uw medemens op dit gebied niet. Wij hebben u gewaarschuwd dat als u zulke dingen doet, de Here u daarvoor zal straffen. God heeft ons niet tot losbandigheid geroepen, maar tot een leven dat Hem is toegewijd. Wie dit afwijst, is niet ongehoorzaam aan mensen, maar aan God, die ons zijn Heilige Geest geeft. Over de liefde van christenen onderling hoef ik u niet te schrijven. God Zelf heeft u geleerd hoe u elkaar moet liefhebben. Dat blijkt wel uit uw houding tegenover de christenen in heel Macedonië. Toch willen wij u er nadrukkelijk op wijzen dat die liefde moet blijven groeien. Zet u volledig in om een rustig leven te leiden, bemoei u met uw eigen zaken en verdien uw eigen boterham, zoals we dat al eerder hebben gezegd. Dan zullen buitenstaanders u vertrouwen en respecteren en u zult bij niemand uw hand hoeven ophouden.

Gratis leesplannen en overdenkingen die te maken hebben met 1 Thessalonicenzen 4:1-12

YouVersion gebruikt cookies om je ervaring te personaliseren. Door onze website te gebruiken ga je akkoord met ons gebruik van cookies zoals beschreven in ons Privacybeleid