‘Ben ik soms een hond,’ donderde hij tegen David, ‘dat je met een stok op mij afkomt?’ En hij vervloekte David in de naam van zijn goden. ‘Kom maar eens hier, dan zal ik je vlees aan de vogels en de wilde dieren geven,’ brulde Goliath. David riep ten antwoord: ‘U komt op mij af met een zwaard, een speer en een schild, maar ik kom in de naam van de HERE van de hemelse legers en van Israël, dezelfde God die u hebt beledigd. De HERE zal u vandaag overwinnen. Ik zal u doden en uw hoofd afhakken, de lijken van uw mannen zal ik aan de vogels en de wilde dieren geven. De hele wereld zal weten dat er een God is in Israël! En iedereen hier zal weten dat de HERE niet afhankelijk is van wapens om zijn plannen uit te voeren, onze God heeft de strijd volledig onder controle! Hij zal u in onze macht geven!’ Terwijl Goliath dichterbij kwam, rende David hem tegemoet. Al lopend pakte hij een kiezelsteen uit zijn herderstas en deed die in zijn slinger. Hij slingerde de kiezel weg en raakte de Filistijn op het voorhoofd. De steen drong de schedel binnen en de man viel met zijn gezicht op de grond. Zo versloeg David de Filistijnse reus met een slinger en een kiezelsteen. Omdat hij geen zwaard had, rende hij naar Goliath, doodde hem met zijn eigen zwaard en hakte zijn hoofd af. Toen de Filistijnen zagen dat hun beste kampvechter dood was, draaiden zij zich om en sloegen op de vlucht. Uit het Israëlitische kamp klonk een luide triomfkreet en iedereen zette de achtervolging in op de vluchtende Filistijnen, tot aan Gath en de poorten van Ekron. De lichamen van de gewonde en gedode Filistijnen lagen overal langs de weg naar Saäraïm. Daarna keerde het Israëlitische leger terug en plunderde het Filistijnse kamp. Later bracht David Goliaths hoofd naar Jeruzalem, maar diens wapens bewaarde hij in zijn tent. Terwijl Saul toekeek hoe David op Goliath afging, had hij zijn opperbevelhebber Abner gevraagd: ‘Abner, uit wat voor familie komt deze jongeman?’ ‘Ik zou het werkelijk niet weten,’ moest Abner toegeven. Koning Saul zei: ‘Ik wil weten wie de vader van deze jongen is.’ Nadat David Goliath had gedood, bracht Abner hem naar Saul. David had het hoofd van de Filistijn nog in zijn handen. ‘Vertel mij eens iets over je vader, mijn jongen,’ zei Saul. David antwoordde: ‘Ik ben de zoon van uw knecht Isaï en wij wonen in Bethlehem.’
1 Samuël 17 lezen
Luister naar 1 Samuël 17
Delen
Alle vertalingen vergelijken: 1 Samuël 17:43-58
5 dagen
Het leven van David is een leven van geweldige pieken en diepe dalen. Iets wat we maar al te goed herkennen in ons eigen leven. In dit leesplan kijken we naar het leven van David; hoe ging hij om met tegenslagen en beloftes die soms zo ver weg voelden? Ontdek deze week hoe het leven van David je geloofsleven kan bemoedigen en opbouwen!
5 Days
King David is described in the New Testament as a man after God’s own heart, meaning that he aligned his own heart with that of God’s. As we study David’s life, our goal for this series is to analyze the things David did in 1 & 2 Samuel in order to mold our hearts after God’s and resemble the same intensity of focus and spirit that David showcased throughout his life.
Dit leesplan is geschreven door Janneke van der Werf. Zij neemt ons mee in het onderwerp 'Dichterbij'. Wanneer wij dichterbij komen, komt God dichterbij.
6 Dagen
Als je de moeite neemt om goed te kijken, is het verhaal van David en Goliat nog steeds enorm relevant. Deel 2 (van 2) laat aan de hand van Davids leven zien hoe we moeten strijden tegen de listen van de duivel. Dit leesplan is gebaseerd op Strijdvaardig, een boek over geestelijke strijd van Open Doors-oprichter Anne van der Bijl.
Sla Bijbelteksten op, lees offline, bekijk onderwijsvideo's en meer!
Thuisscherm
Bijbel
Leesplannen
Video's