1 Korinthiërs 12:14-22

1 Korinthiërs 12:14-22 HTB

Een lichaam bestaat niet uit één enkel deel, maar uit vele delen. Als de voet zou zeggen dat hij niet bij het lichaam hoort, omdat hij geen hand is, hoort hij daarom niet bij het lichaam? En als het oor zou zeggen dat het niet bij het lichaam hoort, omdat het geen oog is, hoort het daarom niet bij het lichaam? Als het lichaam alleen maar oog was, hoe zou het dan moeten horen? Als het lichaam een en al gehoor was, hoe zou het dan moeten ruiken? Nee, God heeft alle verschillende delen in een lichaam gezet, zoals Hij het goed vond. Als er maar één deel was, zou u niet van een lichaam kunnen spreken. Maar er zijn vele delen en samen vormen zij één lichaam. Het oog kan niet tegen de hand zeggen: ‘Ik heb je niet nodig.’ En het hoofd kan ook niet tegen de voeten zeggen: ‘Ik heb jullie niet nodig.’ De delen die het meest kwetsbaar schijnen, lijken juist het meest nodig te zijn.