LUKAS 3
3
Johannes de Doper
1 #
Mat 3:1-12 | Mar 1:1-11 | Joh 1:6,19-31 In het vijftiende regeringsjaar van keizer Tiberius – in die tijd was Pontius Pilatus stadhouder van Judea, Herodes viervorst van Galilea, zijn broer Filippus viervorst van Iturea en Trachonitis, Lysanias viervorst van Abilene 2en waren Annas en Kajafas hogepriester – kwam in de woestijn het woord van God tot Johannes, de zoon van Zacharias. 3Daarop begon Johannes door de hele streek van de Jordaan rond te trekken en te verkondigen dat men zich moest bekeren en zich moest laten dopen om zo vergeving van zonden te krijgen, 4#Jes 40:3-5zoals het geschreven staat in de boekrol met de woorden van de profeet Jesaja: 'Een stem roept in de woestijn: Baan de weg voor de Heer! Maak de weg vrij voor Hem! 5Elk dal zal worden opgevuld en elke berg en heuvel vlakgemaakt. Kromme wegen zullen worden rechtgetrokken en slechte wegen geëffend. 6En ieder mens zal zien hoe God redt.'
7Hij zei tegen de menigten die toestroomden om zich door hem te laten dopen: "Addergebroed,#3:7 vgl Jes 59:4-5 wie heeft jullie voorgehouden dat jullie de komende toorn kunnen ontlopen? 8Breng liever vruchten voort die bij bekering horen! Denk maar niet dat jullie kunnen zeggen: 'Abraham is onze vader,' want ik zeg jullie dat God zelfs uit deze stenen hier kinderen voor Abraham kan laten ontstaan! 9De bijl ligt al klaar aan de voet van de bomen. Elke boom die geen goede vrucht voortbrengt, zal worden omgehakt en in het vuur gegooid."
10De menigte vroeg hem: "Wat moeten we dan doen?" 11Hij antwoordde: "Wie twee stel kleren heeft, moet daarvan geven aan iemand geen kleren heeft. En wie te eten heeft, moet daarvan geven aan iemand die niets heeft." 12Er kwamen ook tollenaars om zich te laten dopen. Zij vroegen hem: "Meester, en wat moeten wij doen?" 13Hij zei tegen hen: "Vorder niet meer tol dan jullie is opgedragen." 14Ook soldaten kwamen hem vragen: "En wij, wat moeten wij doen?" Tegen hen zei hij: "Plunder niemand en pers niemand af, maar wees tevreden met je soldij."
Johannes en Jezus
15Toen het volk vol verwachting was en allen zich afvroegen of Johannes misschien de Christus was, 16antwoordde Johannes iedereen: "Ik doop jullie wel in water, maar er komt Iemand die machtiger is dan ik – en ik ben het niet eens waard de riemen van zijn sandalen voor Hem los te maken – en Híj zal jullie dopen in de Heilige Geest en in vuur. 17Hij staat klaar om zijn dorsvloer geheel te reinigen: de tarwe zal Hij in zijn schuur verzamelen, maar het kaf zal Hij met onblusbaar vuur verbranden." 18Op deze en nog veel andere manieren spoorde hij de mensen aan en verkondigde hij het volk het goede nieuws. 19Maar toen de viervorst Herodes door hem terechtgewezen werd vanwege Herodias, de vrouw van zijn broer Filippus,#3:19 zie Mar 6:14-17 en vanwege al zijn wandaden, 20voegde Herodes daar nog de wandaad aan toe Johannes te laten opsluiten in de gevangenis.
Jezus wordt gedoopt
21 #
Mat 3:13-17 | Mar 1:9-11 | Joh 1:32-34 Toen het hele volk zich liet dopen, werd ook Jezus gedoopt en op het moment dat Hij stond te bidden, ging de hemel open 22#Jes 42:1en daalde de Heilige Geest op Hem neer, in de gedaante van een duif. En er klonk een stem uit de hemel: "Jij bent mijn geliefde Zoon. Jij vervult Mij met vreugde."
Jezus' afstamming
23 #
Mat 1:1-17
Jezus was toen bijna dertig jaar en was, naar men dacht, de Zoon van Jozef, de zoon van Eli, 24de zoon van Mattat, de zoon van Levi, de zoon van Melchi, de zoon van Jannai, de zoon van Jozef, 25de zoon van Mattatias, de zoon van Amos, de zoon van Nahum, de zoon van Hesli, de zoon van Naggaï, 26de zoon van Maät, de zoon van Mattatias, de zoon van Semeï, de zoon van Jozef, de zoon van Juda, 27de zoon van Joanan, de zoon van Resa, de zoon van Zerubbabel, de zoon van Sealtiël, de zoon van Neri, 28de zoon van Melchi, de zoon van Addi, de zoon van Kosam, de zoon van Elmadan, de zoon van Er, de zoon van Joses, 29de zoon van Eliëzer, de zoon van Jorim, de zoon van Matatat, de zoon van Levi, 30de zoon van Simeon, de zoon van Juda, de zoon van Jozef, de zoon van Jonan, de zoon van Eljakim, 31de zoon van Melea, de zoon van Menna, de zoon van Mattata, de zoon van Natan, de zoon van David, 32de zoon van Isaï, de zoon van Obed, de zoon van Boaz, de zoon van Salmon, de zoon van Nahasson, 33de zoon van Aminadab, de zoon van Admin, de zoon van Arni, de zoon van Hesron, de zoon van Perez, de zoon van Juda, 34de zoon van Jakob, de zoon van Izaäk, de zoon van Abraham, de zoon van Terach, de zoon van Nahor, 35de zoon van Serach, de zoon van Rehu, de zoon van Peleg, de zoon van Heber, de zoon van Sela, 36de zoon van Kenan, de zoon van Arpachsad, de zoon van Sem, de zoon van Noach, de zoon van Lamech, 37de zoon van Metusala, de zoon van Henoch, de zoon van Jered, de zoon van Mahalaleël, de zoon van Kenan, 38de zoon van Enos, de zoon van Set, de zoon van Adam, de zoon van God.
Nu geselecteerd:
LUKAS 3: VB
Markering
Deel
Kopiëren
Wil je jouw markerkingen op al je apparaten opslaan? Meld je aan of log in
VensterBijbel
Copyright (c) 2023 Stichting VensterBijbel