LUKAS 10

10
Aanstelling overige leerlingen
1 # Mat 10:1-15 | Mar 6:7-13 Hierna stelde de Heer nog zeventig anderen aan en stuurde hen twee aan twee voor Zich uit naar alle steden en plaatsen waar Hij nog zou komen. 2Hij zei tegen hen: "De oogst is wel groot, maar er zijn weinig arbeiders. Bid daarom tot de Heer van de oogst dat Hij arbeiders uitstuurt om zijn oogst binnen te halen. 3Ga op weg, zie, Ik zend jullie uit als schapen onder de wolven. 4Neem geen geld, geen reistas en geen sandalen mee. Groet onderweg niemand. 5En wanneer je een huis binnengaat, zeg dan eerst: 'Vrede voor dit huis!' 6Als de bewoner iemand is die de vrede liefheeft, zal je vrede op hem rusten. Maar zo niet, dan zal je vrede naar je terugkeren. 7Blijf in het huis waar je welkom bent en eet en drink wat ze je aanbieden, want een arbeider is zijn loon waard.#10:7 zie 1 Kor 9:14 Ga niet van het ene huis naar het andere.
8Als je in een stad komt waar de mensen je ontvangen, eet dan wat ze je voorzetten, 9genees er de zieken en zeg tegen hen: 'Het Koninkrijk van God is bij jullie gekomen.' 10Maar als je in een stad komt waar de mensen je niet ontvangen, ga dan buiten op straat staan en zeg: 11'Zelfs het stof van jullie stad dat aan onze voeten zit, kloppen we af, als aanklacht tegen jullie – maar weet wel dat het Koninkrijk van God nabij is!' 12Ik zeg jullie dat voor Sodom die dag draaglijker zal zijn dan voor die stad.
13 # Mat 11:20-24 Wee jou, Chorazin, en wee jou, Betsaïda! Want als de wonderen die bij jullie zijn gebeurd, hadden plaatsgevonden in Tyrus en Sidon, zouden zij zich allang in rouwkleed en met as op het hoofd hebben bekeerd. 14Voor Tyrus en Sidon zal het oordeel draaglijker zijn dan voor jullie! 15#Jes 14:13-15En jij, Kapernaüm, zou jij tot de hemel verheven worden? Nee, in het dodenrijk zul je worden neergeworpen!
16Wie naar jullie luistert, luistert naar Mij. En wie jullie afwijst, wijst Mij af. En wie Mij afwijst, wijst Hem af die Mij heeft gezonden."
De leerlingen komen bij Jezus terug
17De zeventig keerden verheugd terug en zeiden: "Heer, in uw naam onderwerpen zelfs de demonen zich aan ons!" 18Jezus zei tegen hen: "Ik zag de satan als een bliksemschicht uit de hemel vallen. 19Zie, Ik geef jullie het gezag om slangen en schorpioenen te vertrappen en over het hele leger van de vijand. Niets zal jullie ook maar enig kwaad kunnen doen. 20Maar verheug je er niet over dat de geesten zich aan jullie moeten onderwerpen, verheug je er liever over dat jullie namen in de hemel staan opgeschreven."
21 # Mat 11:25-26 Op dat moment werd Jezus vol van de vreugde van de Geest en juichte: "Ik dank U, Vader, Heer van hemel en aarde, dat U deze dingen voor wijze en verstandige mensen hebt verborgen, maar ze aan eenvoudige mensen hebt onthuld. Ja, Vader, want zo hebt U het gewild. 22Alle dingen zijn aan Mij toevertrouwd door mijn Vader. Alleen de Vader weet wie de Zoon is; en alleen de Zoon en degenen aan wie de Zoon het wil openbaren weten wie de Vader is."
23Daarna wendde Hij Zich tot de leerlingen en zei tegen hen: "Gezegend zijn de ogen die zien wat jullie zien. 24Want Ik zeg jullie: vele profeten en koningen hebben ernaar verlangd te zien wat jullie zien, maar ze hebben het niet gezien; en te horen wat jullie horen, maar ze hebben het niet gehoord."
De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan
25Een leraar van de Wet stond op en vroeg aan Jezus, om Hem uit te dagen: "Meester, wat moet ik doen om het eeuwige leven te verkrijgen?" 26Jezus zei tegen hem: "Wat staat er in de Wet? Wat lees je daar?" 27#Deut 6:5 | Lev 19:18Hij antwoordde: "Heb je Heer God lief met je hele hart, je hele ziel en je hele verstand, en je naaste als jezelf." 28Jezus zei tegen hem: "Je hebt goed geantwoord. Doe dat, dan zul je leven." 29Maar hij wilde zichzelf rechtvaardigen en vroeg Jezus: "Wie is dan mijn naaste?"
30Jezus antwoordde: "Een man daalde van Jeruzalem af naar Jericho en werd onderweg overvallen door rovers. Ze schudden hem helemaal uit, mishandelden hem en vertrokken, hem halfdood achterlatend. 31Toevallig kwam er een priester langs die weg. Toen hij de man zag liggen, liep hij met een boog om hem heen.#10:31 vgl Num 19:11 32Ook een Leviet kwam langs die plek en liep met een boog om hem heen toen hij hem zag. 33Maar een Samaritaan die op reis was, had diep medelijden toen hij hem zag liggen. 34Hij ging naar hem toe, verzorgde zijn wonden met olie en wijn en verbond ze. Daarna tilde hij hem op zijn eigen rijdier, bracht hem naar een herberg en verzorgde hem. 35Toen hij de volgende dag vertrok, gaf hij de herbergier twee zilverstukken en zei tegen hem: 'Zorg voor deze man, en als je meer onkosten maakt, zal ik je die vergoeden wanneer ik terugkom.'
36Wie van deze drie is volgens jou de naaste geweest van de man die door de rovers was overvallen?" 37De leraar van de Wet antwoordde: "Degene die barmhartig voor hem geweest is." Jezus antwoordde hem: "Ga en doe net zo."
Marta en Maria
38Onderweg kwam Jezus in een dorp waar een vrouw, Marta, Hem in haar huis ontving. 39Zij had een zus, die Maria heette. Maria zat aan Jezus' voeten naar Hem te luisteren, 40maar Marta was druk met bedienen. Marta ging naar Hem toe en zei: "Heer, maakt het U niets uit dat mijn zus mij al het werk alleen laat doen? Zeg haar toch dat ze mij moet komen helpen!" 41Jezus antwoordde haar: "Marta, Marta, jij maakt je bezorgd en druk over vele dingen, 42terwijl er maar één ding nodig is. Maria heeft het goede gekozen, en dat zal haar niet worden afgenomen."

Nu geselecteerd:

LUKAS 10: VB

Markering

Deel

Kopiëren

None

Wil je jouw markerkingen op al je apparaten opslaan? Meld je aan of log in